LTO Melkprijzen: Arla zakt

René LuijmesArla, actief in zes landen, wil in alle landen dezelfde melkprijs uitbetalen en dan 3 tot 5 procent hoger dan een aantal concurrenten. Dit streven staat onder druk: het Deense bedrijf hoopt de 3 procent te halen. Volgens Willem Koops van Productschap Zuivel, samensteller van de LTO-Melkprijsvergelijking, kost de groeistrategie van de Denen efficiëntie en tijd.
Glanbia en Kerry uit Ierland profiteerden van de goede internationale zuivelmarkt. De Franse zuivelondernemingen Sodiaal Union, Danone, Bongrain en Lactalis deden het in 2013 minder dan het jaar ervoor: alle vier zakten naar de onderste regionen. Op Europees niveau wisten ze alleen het Angelsaksische First Milk voor te blijven. Volgens PZ komt dit mogelijk door het gekozen melkprijssystematiek. De melkprijs in Frankrijk is gebaseerd op marktindicatoren. Zuivelprijzen van over de grens spelen daarbij een kleine rol. In slechtere melkprijsjaren scoren de Fransen relatief beter, zoals in 2009.

Verschillen kleiner

‘Een historisch hoge melkprijs’, betitelt vakgroepvoorzitter Kees Romijn van LTO Melkveehouderij het jaar 2013. De goede melkprijs leidde tot een hogere melkproductie.
Volgens Romijn is de invloed van de huidige quotering op de melkprijs nihil. Internationale ontwikkelingen hebben nu een groot aandeel in de vorming van de melkprijs. ‘Dit verklaart waarom de verschillen in melkprijs wereldwijd gezien steeds kleiner worden.’
De verwachting is dat de gemiddelde melkprijs voor dit jaar in de buurt zal komen van die van 2013. De lijn van de hoogte van de melkprijs van 2014 heeft die van 2013 gekruist; in de eerste maanden van dit jaar was de prijs hoger dan die van vorig jaar. Romijn verwacht dat in april 2015 ook de geproduceerde melk door de markt wordt opgenomen. Naar verwachting stijgt de consumptievraag naar melk in China sneller dan de stijgende melkproductie kan opvangen.
Over de periode 2007-2013 voeren de Finnen ook de ranglijst aan, gevolgd door de Italianen. Het gemiddelde verschil over 2007-2013 tussen nummer 3 FrieslandCampina en nummer 6 DOC Kaas is ruim een euro in het voordeel van RFC: 34,44 om 33,11 euro per 100 kilo melk. Hiermee is het onderlinge verschil 1,33 euro per 100 kilo. Bij een quotum van 8 ton ruim 10.000 euro per jaar.
Wel betaalde DOC in 2007 2 euro per 100 kilo meer uit dan RFC. In 2013 bedroeg het verschil bijna 2 euro in het voordeel van FrieslandCampina.