‘Werken naar een gesloten bedrijf’

‘Of je nu 1.000 of 1.600 zeugen houdt, het principe blijft het zelfde, maar je hebt wel meer werk en het werk is anders. Vroeger kon je het in de stal verdienen, terwijl je kwaliteiten als ondernemer nu belangrijker zijn’, geeft Van der Vegte aan.
De visie op hoe het bedrijf er over tien jaar uitziet, is leidend voor de ondernemer. ‘Voor ons betekent dat toewerken naar een gesloten bedrijf.’
Er staan nu 1.450 zeugen (Turbo 20) op het bedrijf. Wekelijks komen er dertig opfokzeugen bij, afkomstig van een ander bedrijf, tot alle zeugenplaatsen bezet zijn. Over de inrichting van de dragende zeugenstal bestond geen enkele twijfel. In de uitbreiding kwamen voerligboxen met uitloop. ‘Een systeem dat ons perfect past.’
De zeugen kunnen tegelijk vreten - er wordt brij gevoerd - en dat maakt dat controles snel en efficiënt zijn uit te voeren. Voor de zeug is het ook een prettig systeem, geeft Van der Vegte aan. ‘Een zeug ligt graag ergens tegenaan en de rust is in een box groter dan in de groep.’
Op maandag wordt er gespeend. Van der Vegte houdt de zeugen in groepen die qua drachtigheid bij elkaar horen. ‘Je moet overzicht houden. Zeker als je groeit’, licht hij toe. In de dekstal is voldoende ruimte om de zeugen los te laten lopen. ‘Daar leren de zeugen elkaar weer kennen.’
Donderdag in de loop van de dag zet Van der Vegte de dieren vast, waarna er in het weekend wordt geïnsemineerd. Op maandag schuiven de geïnsemineerde zeugen door naar de dragende zeugenstal. ‘Wij hebben weinig terugkomers en door deze werkwijze heb je de geboortes door de week wanneer er meer toezicht is.’

Uit de markt betaald

Zo snel als de keuze voor de dragende zeugen was gemaakt, zoveel hoofdbrekens kostte de inrichting van de kraamstal. ‘Wij zijn met Pro Dromi bezig geweest. Dat we dat niet hebben, vind ik een gemiste kans, maar het systeem moet wel worden betaald. Ik zie geen supermarktketen die zijn nek ervoor uitsteekt.’
Van der Vegte investeerde wel in een kraamhok met een ruimere maatvoering dan standaard. In plaats van 1.80 meter bij 2.50 meter is de box 2 meter bij 2.60 meter. ‘Dat lijkt niet veel, maar het maakt wel degelijk verschil. De biggen hebben meer ruimte om weg te komen, en wij iets meer werk om ze te pakken te krijgen.’
De nieuwe kraamstal met vierhonderd plaatsen is uitgerust met het frisse neuzensysteem. ‘Dat verse lucht bij de kop van de zeug in de kraamstal belangrijk is, is wel duidelijk geworden’, zegt Gerard van de Vegt. Corrie vult aan: ‘Daar voelt een zeug zich echt prettiger bij. We hadden niet verwacht dat dat zo extreem zou zijn.’ In de nieuwe kraamstal is de biggenuitval gedaald, de zeugen hebben meer melk, ze zijn gretiger als het om vreten gaat en rustiger.
Voor de bouw zijn Corrie en Gerard van der Vegte met de medewerkers alle afdelingen bij langs geweest. Inventariseren wat de wensen waren en onderzoeken hoe het bedrijf zo gebruiksvriendelijk mogelijk konden inrichten. ‘We hebben vooral veel nagedacht over handelingen die steeds terugkomen.’
Daar rolde onder andere de mogelijkheid uit om met een handomdraai zeugen een paar liter extra water te kunnen geven in de voerbak. ‘Vlak voor het werpen heeft een zeug daar behoefte aan. Als ze dat zelf uit een nippel moet drinken, is dat al te veel werk. Zet je een paar liter in de voerbak, dan gaan die op.’
Veel plezier beleeft Van der Vegte ook aan de elektriciteitsdraden die uit het plafond komen voor het plaatsen van de biggenlamp. Geen gedoe meer met stopcontacten, kortsluiting tijdens het reinigen of gesleep met biggenlampen. ‘Alles binnen handbereik, zonder dat een stap in het kraamhok hoeft te worden gezet.’
De stallen en afdelingen zijn ruim opgezet. Een zeug kan zich niet meer klem lopen in de gang en het geheel zorgt voor veel arbeidsgemak.

Voedselproducent

Corrie en Gerard van der Vegte zijn zich er goed van bewust dat ze voedselproducenten zijn. Dat ze deel uit maken van een keten, die gezond en verantwoord voedsel produceert met een lage dierdagdosering. ‘Je verhaal moet goed zijn en wij vinden het belangrijk hoe je overkomt in de samenleving’, klinkt het eensgezind.
Reden waarom de familie in februari al een open dag organiseerde voor burgers. 1.500 belangstellenden kwamen daarop af. ‘Het mooie was dat je merkt dat mensen met een ander beeld naar huis gingen, dan waarmee ze waren gekomen.’