Pluimveesector waarschuwt voor dubbele last richting 2040

Volgens De Jong is richting 2040 het verder verbeteren van dierwaardigheid een uitgangspunt. 'We nemen daarin onze verantwoordelijkheid, daar is geen enkele discussie over. Maar als daarnaast tegelijkertijd het doel is om emissies met 42 tot 46 procent terug te brengen –?wat momenteel serieus op tafel ligt – dan is dat niet realistisch.'

'Wanneer daar geen ontwikkelruimte tegenover staat, dan dreigt het fundament onder onze sector weg te vallen', vervolgt de voorzitter. 'Dat hebben we in juni 2023 al duidelijk gemaakt tijdens de gesprekken over het Landbouwakkoord.'

De pluimveesector bouwt met zijn nieuwe visie voort op de bestaande uitvoeringsagenda die al in 2019 in Avined-verband werd opgesteld. In de Pluimveevisie 2040 zijn onder andere concrete doelen op het gebied van CO2-reductie en het gebruik van circulaire grondstoffen opgenomen. Daarnaast zijn kritische prestatie-indicatoren (KPI's) opgesteld om de voortgang op verschillende terreinen te monitoren en te stimuleren.

Ondernemers moeten op die KPI's ten minste een voldoende scoren. Dat betekent niet, benadrukt De Jong, dat elk bedrijf op ieder onderdeel een tien moet halen, maar wel dat serieuze stappen moeten worden gezet. De aanpak is bedrijfsgericht, met ruimte voor maatwerk en flexibiliteit, afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden.

Een wezenlijk onderdeel van de visie is het emissiereductieplan. Alle Nederlandse pluimveebedrijven gaan daarmee hun situatie in kaart brengen. Dit geeft inzicht in de actuele situatie en maakt zichtbaar wat richting 2040 nog nodig is. Ook komt in beeld welke bedrijven toekomstbestendig zijn en welke mogelijk zullen stoppen, wat in de vergunningen staat en of die nog actueel zijn.

Normen

De huidige wetgeving bevat al normen voor fijnstof en binnenkort volgen ook normen voor stikstofuitstoot. 'Elk bedrijf heeft te maken met emissies en zal daar iets mee moeten op weg naar 2040. Dierwaardigheid en bijvoorbeeld uitloop met meer emissies zorgen bij veel ondernemers nu al voor hoofdbrekens', aldus De Jong.

De sector wil snel van start met de uitrol van het emissiereductieplan. 'Het doel is dat over tien jaar elke pluimveehouder zo'n emissiereductieplan heeft. De sector moet door kunnen en kan niet tot 2039 wachten met investeren. De tijd dringt.'

De Jong benadrukt dat het emissiereductieplan in samenspraak met een onafhankelijke adviseur wordt opgesteld. Iemand waarin de ondernemer vertrouwen heeft. De Jong noemt dat belangrijk, want het wantrouwen in de sector richting overheid is groot. 'Ik proef achterdocht', zegt de voorzitter. 'Ondernemers zijn huiverig om hun gegevens op tafel te leggen. Ze hebben te vaak meegemaakt dat toezeggingen niet werden nagekomen.'

Tegelijkertijd stelt De Jong vast dat pluimveehouders op dit moment voldoende investeringskracht hebben en willen investeren, mits daarvoor de ruimte wordt geboden. 'Wanneer elk bedrijf zijn toekomstbeeld helder heeft, kan een eigen plan worden getrokken. Het is dan aan de overheid om vergunningen te verlenen op basis van maatwerk en realistische doelen.'

'We kunnen best een paar jaar stilstaan en ik zie onze sector ook niet direct nog veel krimpen, maar de doorontwikkeling vertraagt. Echte innovatie komt pas weer op gang als de vergunningverlening is vlotgetrokken. Ik wil niet denken aan een scenario waarin we nog tien jaar op slot zitten', stelt De Jong.