Organisaties in beroep tegen lozingsvergunning FrieslandCampina

Deze vergunning was bedoeld om verouderde vergunningen van het bedrijf te actualiseren. In een gezamenlijk persbericht stellen beide natuur- en milieuorganisaties dat de lozingsvoorschriften geen recht doen aan het feit dat het afvalwater wordt gespuid op een wadplaat die een groot deel van de dag droogstaat.

De kaasfabriek maakt volgens de Waddenvereniging en MOB als enige gebruik van de HoWa-leiding, dit is een afvoerpijp voor industrieel afvalwater die van Hoogkerk naar de Waddenzee loopt. Het bedrijf mag via deze leiding per dag maximaal 7.000 kuub afvalwater op de Waddenzee lozen. Dit afvalwater bevat niet alleen stoffen als stikstof en fosfor, maar ook bijvoorbeeld schoonmaakmiddelen, melden de organisaties.

De Waddenvereniging en MOB wijzen erop dat de wet voor het vergunnen van lozingen een zogeheten immissietoets voorschrijft. Dit is een rekenmodel waarmee de effecten van de lozing op het ontvangende water in kaart kunnen worden gebracht. Volgens de organisaties is het model echter niet bruikbaar vanwege de beperkte diepte van de lozing en ook wordt onvoldoende rekening gehouden met de stroming van het zeewater.

Passende lozingsvoorwaarden

Volgens betrokken jurist Max Haan schrijft de Europese Kaderrichtlijn water voor dat de overheid de gevolgen van de lozing vooraf moet reguleren. ‘Dat betekent dat je de lozing ook vooraf moet beoordelen, en dat je die beoordeling moet gebruiken om passende lozingsvoorwaarden op te stellen. Als het model dat je gebruikt niet geschikt is voor de beoordeling, kunnen de lozingsvoorschriften ook niet passend zijn.’

Daar komt volgens hem nog bij dat voor een aantal stoffen die FrieslandCampina loost, nog geen immissietoets is uitgevoerd. Het bedrijf krijgt daar nog tijd voor. ‘Dus ook hier geen regulering vooraf’, merkt Haan op. ‘De regels van de Kaderrichtlijn water zijn volgens de organisaties met voeten getreden.’

De Waddenvereniging en MOB hebben hun klachten over de vergunning in de vorm van een beroepschrift voorgelegd aan de rechtbank Noord-Nederland. Het is nog niet bekend wanneer de zaak zal worden behandeld.