Limburgse veehouder haalt gelijk bij Raad van State; oude verguning blijft overeind

Dat besliste de Raad van State woensdag in een hoger beroep van stichting Gezond Leefmilieu Venray. Drie jaar geleden oordeelde de Limburgse rechtbank nog dat het bedrijf geen vergunning nodig heeft. Maar de recente uitspraak van de Raad van State over intern salderen heeft alles op zijn kop gegooid voor het bedrijf.

De rechtbank ging mee in het verhaal van Kempfarm dat een wijziging van het bedrijf een afname van stikstof zou opleveren ten opzichte van een eerder verleende natuurvergunning. Het aantal varkens bleef gelijk. Het aantal kippen verminderde en er kwam een betere chemische luchtwasser bij de mestverwerking van het bedrijf. Kortom, Kempfarm had geen nieuwe natuurvergunning nodig op grond van de toen geldende rechtspraak van de Raad van State.

Eén project

Volgens provincie Limburg is nog steeds geen nieuwe natuurvergunning nodig, omdat het gaat om een nauwelijks gewijzigde voortzetting van één-en-hetzelfde project. De recente uitspraak over intern salderen zou dat bevestigen.

De Raad van State denkt daar anders over, want door een nieuwe verdeling van de kippen over twee stallen met andere emissiepunten en een andere chemische luchtwasser is er wel sprake van een wijziging in vergelijking met de eerder vergunde situatie. Volgens de recente uitspraak moet dan de nieuwe bedrijfssituatie, inclusief de voortgezette oude, opnieuw worden beoordeeld om te zien of een natuurvergunning nodig is.

Die vergunning zou zomaar nodig kunnen zijn. Want de Raad van State constateert dat de provincie geen rekening heeft gehouden met emissies van de mestbassins van Kempfarm. Volgens de eigenaar veroorzaken die mestbassins helemaal geen emissies, want ze zijn luchtdicht afgesloten. Maar de Raad van State vindt dat de provincie toch had moeten kijken naar eventuele emissies.

Andere bezwaren afgewezen

De stichting voerde verder aan dat bij intern salderen niet moet worden uitgegaan van de eerder vergunde bedrijfssituatie, maar van de feitelijke. Enkele eerder vergunde stallen zouden niet zijn gerealiseerd en zouden dus niet meer mogen meetellen bij de toen vergunde stikstofrechten.

Volgens de Raad van State is dat niet juist. De zogeheten referentiesituatie bij de eerder verleende natuurvergunning is volgens de raad afhankelijk van wat is vergund en niet van wat is gerealiseerd.

De eigenaar van Kempfarm heeft zich intussen aangemeld voor de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus). Hij hoopt de mestverwerkingstak van zijn bedrijf te kunnen voortzetten met 15 procent van zijn eerder vergunde stikstofruimte. Of dat gebeurd, hangt onder meer af van besluiten van de gemeente.