Rabobank en NZO bereid om mee te betalen aan mestplan

Landbouwminister Femke Wiersma kondigde eind april de tijdelijke Regeling Extensivering Melkveehouderij aan. Melkveehouders kunnen aan deze overheidsregeling deelnemen door, tegen een vastgestelde vergoeding, gedurende drie jaar hun veestapel met tien tot twintig procent te verkleinen. Wiersma trekt daar 627 miljoen euro voor uit.

Voorwaarde voor de overheidsregeling is dat er daarnaast ook 'een substantieel bedrag' uit de private melkveehouderijsector komt. Deze week is dus het officiële verzoek daarvoor op de mat gevallen bij Rabobank, als vertegenwoordiger voor de bancaire sector en de NZO, koepel van zuivelverwerkers. 'We hebben alle hulp nodig om uit de mest- en stikstofcrisis te komen', zegt Erwin Wunnekink, voorzitter van LTO Melkveehouderij. 'En zonder privaat geld, komt de overheid ook niet over de brug.'

Het privaatfonds is toegankelijk voor deelnemers aan de publieke extensiveringsregeling en draagt er aan bij dat melkveehouders onder aantrekkelijke voorwaarden geld kunnen lenen voor duurzaamheidsinvesteringen. Wunnekink: 'Het is dus niet bedoeld om koeien uit te kopen, maar om innovaties aan te jagen.'

NZO positief

De NZO werkt graag mee aan het optuigen van zo'n regeling, laat voorzitter Albert de Groot desgevraagd weten. 'Ons is gevraagd om melkveehouders in staat te stellen om gedurende vijf jaar onder gunstige financiële voorwaarden een lening te kunnen krijgen van banken. Wij financieren dus uitdrukkelijk geen krimp, maar innovatie.'

Volgens De Groot wordt de komende weken gewerkt aan het optuigen van het privaatfonds. 'De contouren zijn wel al duidelijk. Wij leveren vanuit de zuivelondernemingen een financiële bijdrage aan de rentekorting voor melkveehouders. Die zal uitkomen op 0,5 procent, waarvan wij de helft voor onze rekening nemen. Als NZO zullen we erop toezien dat melkveehouders toegang kunnen krijgen tot deze lening.'

De zogenoemde G7 – bestaande uit LTO Nederland, het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK), de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV), Dutch Dairymen Board, De Natuurweide, Agractie en Netwerk Grondig – zijn al langer met elkaar en met de NZO en Rabobank in gesprek over mogelijkheden om onder het fosfaatplafond te blijven.

Goede hoop

De partijen vragen in de brief aan Rabobank om collegabanken op de hoogte te stellen van het verzoek en over de overleggen hierover met de G7 en NZO, in de hoop dat ook andere banken gunstigere financieringsvoorwaarden willen scheppen. Daarnaast vraagt G7 de zuivelondernemingen in NZO-verband om richting banken een financiële bijdrage te leveren om die gunstigere investeringsmogelijkheden te creëren. Alex Datema, directeur Agri & Food bij Rabobank Nederland laat weten dat de bank gaat bekijken hoe daar invulling aan te geven. 'We staan er wel positief in maar het is nog best complex om het goed te regelen in combinatie met de bijdrage van NZO.'

Wunnekink heeft goede hoop dat de Rabobank en NZO mee willen werken aan het verzoek. 'We hebben eerder gezegd dat we de financieringsregelingen medio dit jaar rond willen hebben. Dus ik hoop dat we zo snel mogelijk aan de slag kunnen. Het zal het mest- en stikstofprobleem niet oplossen, maar het draagt in ieder geval wel bij aan de oplossing.'

Geen oordeel

Deelname aan de regeling is altijd op vrijwillige basis', zo benadrukken de G7-partners in de brief. 'Het is niet aan sectororganisaties om daar een oordeel over uit te spreken. Het is een feit dat de aan de regeling deelnemende melkveehouders bijdragen aan vermindering van de druk op de mestmarkt, verkleining van het risico op een generieke korting in verband met het overschrijden van het fosfaatplafond en aan verlichting van de sectorale emissie-opgaven op het vlak van stikstof en klimaat.'

Omdat deelnemende melkveehouders daarmee een breder sectorbelang dienen, is het verzoek voor een private bijdrage volgens de G7 'gerechtvaardigd'. Wunnekink: 'De private regeling moet innovaties op en rond de melkveehouderijen aanjagen. Denk bijvoorbeeld aan rentekortingen voor investeringsmaatregelen.