BO Akkerbouw kondigt zestien nieuwe onderzoeken aan

De onderzoeken richten zich op thema's als ziekte- en plaagbeheersing, nutriëntenmanagement, de invloed van groenbemesters en het versterken van de kwaliteit van uien. Deze projecten komen volgens BO Akkerbouw voort uit de onderzoekswensen die akkerbouwers eerder dit jaar indienden. Het bestuur van de brancheorganisatie gaf afgelopen week groen licht voor de nieuwe onderzoeksprojecten.

BO Akkerbouw investeert namens alle Nederlandse akkerbouwers 3,2 miljoen euro in de onderzoeken. Directeur André Hoogendijk vertelt dat ook dit jaar veel goede ideeën zijn binnengekomen. 'Kennisinstellingen hebben daar projectvoorstellen voor geschreven. Onderzoekers gaan de komende jaren aan de slag met urgente problemen, maar ook met belangrijke kennisvragen voor de langere termijn.'

Uien in onderzoeksprogramma

Op verzoek van de Sectie Teelt – met vertegenwoordigers van LTO Nederland, de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV), het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en Bioplant – heeft BO Akkerbouw een verbindendverklaring voor de uienteelt aangevraagd bij het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Daarmee wordt het mogelijk om vanaf komend jaar uien op te nemen in het onderzoeksprogramma.

Hoogendijk stelt dat hij ervan uitgaat dat de aanvraag voor deze verbindendverklaring dankzij het brede draagvlak wordt gehonoreerd. 'Vanaf volgend jaar sluiten we daarom onder andere opnieuw aan bij het ketenonderzoek Uireka, dat de kwaliteit en duurzaamheid van Nederlandse uien (en daarmee de exportpositie) wil versterken.'

Nutriëntenmanagement

Naast aansluiting bij Uireka starten in 2025 nog vijftien onderzoeken die kennis opleveren voor relevante thema's voor akkerbouwers. Een belangrijk thema is nutriëntenmanagement. Binnen de sectoraanpak nitraat werken BO Akkerbouw en leden samen aan ketenbrede acties om de uitspoeling van nitraat naar het grondwater terug te dringen.

Hoogendijk: 'Veel telers, adviseurs en onderzoekers gebruiken voor nutriëntenmanagement nog kennis uit onderzoeken van minstens dertig jaar geleden. Sindsdien zijn rassen, meststoffen, de bodem en het klimaat veranderd. Met nieuwe onderzoeken over de stikstofdynamiek en het efficiënter omgaan met stikstof actualiseren we deze kennis. Op basis van actuele informatie kunnen telers betere beslissingen nemen.'