Boerenorganisaties vinden interprovinciaal ganzenplan te theoretisch

De faunabeheereenheden in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland, Utrecht en Zeeland hebben in één gezamenlijk interprovinciaal faunabeheerplan Ganzen voor de periode 2024-2030 maken. De drie eerstgenoemde provincies waren daar al eerder mee bezig, de andere twee haken daar nu ook bij aan. Met het concept-faunabeheerplan Ganzen 2025-2031 willen de provincies de gewasschade door ganzen een halt toeroepen.

De landbouworganisaties hopen dat nu meer provincies aanhaken. Dat kan mogelijk uitmonden in een landelijk dekkend Ganzenplan. Ganzen houden zich niet aan provinciegrenzen, stellen de organisaties. Dat maakt interprovinciale, en zo nodig landelijke, afstemming en coördinatie van het beheer van groot belang.

De boerenorganisaties vinden wel dat er weinig concreets onder de plannen zit. Zij zouden graag zien hoe de verschillende doelen worden bereikt. Daarbij hebben zij ook twijfels bij sommige meet- en telmethodes. Niet in het minst omdat ook in het beheersplan al wordt aangegeven dat het halen van sommige doelen onrealistisch is.

Schade reduceren

LTO Noord, ZLTO en Boeren in Actie Noord-Holland willen onder geen voorwaarde instemmen met het accepteren van een grote dichtheid van ganzen in gebieden met blijvend grasland. Het is van belang om de omvang van de ganzenpopulatie en daaraan gekoppeld de grote schade aan landbouwgewassen te reduceren, stellen zij. Zij willen geen discussie over nieuw rustgebieden of uitbreiding van bestaande.

Boeren in Actie in Noord-Holland en LTO Noord vinden daarbovenop dat de vrijwilligheid waarmee boeren in de omgeving van Schiphol meewerken aan het beperken van ganzen rond de luchthaven moet blijven. Zij zeggen dat het agrarisch grondgebruik in de Haarlemmermeer, met de graanteelt als noodzakelijk rustgewas in het bouwplan, een bestaand gebruik is dat moet worden geborgd. De faunabeheereenheid hoort zich niet te mengen in de discussie over landschap en grondgebruik. Daarom willen de twee organisaties dat de duidingen naar sturing op grondgebruik in het plan worden verwijderd.