'Bollentelers, laat zien dat het menens is'

Het is goed dat de bollentelers af willen van het beeld dat ze te veel gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. Lelietelers willen binnen vijf jaar op hetzelfde niveau komen als reguliere akkerbouwers, om ziekten en plagen te bedwingen.

De sector kan dit ook, omdat de hele keten hierin samenwerkt en belang heeft bij een beter imago. Een keten die wereldwijd een naam heeft opgebouwd, met de Keukenhof als belangrijk uithangbord.

Het is echter wrang dat de verduurzaming niet komt van gewasbeschermingsmiddelenfabrikanten. Zij hebben kennelijk een ander verdienmodel. Waar komt de vernieuwing dan vandaan? Veldrobots, lasertechniek, elektrocutie en vergaande precisiespuittechnieken komen in razend tempo op. Hier wordt volop mee geëxperimenteerd.

Het is precies waar de agrosector zo goed in is. De innovatiekracht in de land- en tuinbouw is enorm, net als het overlevings- en aanpassingsvermogen.

De vraag vanuit de samenleving naar duurzamere en emissiearme teeltwijzen klinkt steeds luider. Door hierop in te spelen en dat ook uit te dragen, kan alleen de sector zelf het imago staande houden. Laat zien dat het menens is.

Het is belangrijk om actiegroepen, gerechtelijke uitspraken, mogelijke teeltverboden en een vergunningsplicht voor te blijven. Overheden schakelen al volop om naar biobollen. Inspelen op een andere vraag en ander sentiment – reëel of niet – hoort bij het werken in een vraaggestuurde keten. Het vraagt om lef en een grote ambitie. Iets waar tuinders altijd in hebben uitgeblonken.