Urineweginfecties beïnvloeden levensduur zeugen

Vruchtbaarheidsproblemen en een hogere uitval onder zeugen worden zelden gekoppeld aan urinewegontstekingen. 'Onterecht', stellen consultant Paul Verhoeven en dierenarts Teus van Alphen van AdVee dierenartsen. 'Bij 30 procent van de zeugen komen urineweginfecties voor. Dat is een nadeel voor de vruchtbaarheid, productie en levensduur van de zeugen.'

Urineweginfecties+be%C3%AFnvloeden+levensduur+zeugen
© De Snuitgeverij

Verhoeven en Van Alphen spraken dinsdag tijdens het symposium 'Gezonde varkenshouderij' in Eindhoven over urinewegproblemen bij zeugen. Dat er wat mis kan zijn met de urinewegen, werd bij toeval ontdekt. Een zeugenbedrijf met vijfhonderd zeugen kampte met verschillende problemen. Het afbigpercentage was met 78 tot 85 procent te laag, er waren onregelmatige terugkomers, er was kalkaanslag in de dekstal en de uitval van de zeugen was verhoogd. De standaardonderzoeken met bloed, speeksel, mest, sectie, swabs en processing fluids gaven geen duidelijk beeld van de mogelijke oorzaak.

Verhoeven stelde voor eens naar de urine te gaan kijken. 'Als de urine niet mooi helder en geel is, kan dat duiden op een ontsteking van de urinewegen. Dat bleek inderdaad het geval op dit bedrijf. Er was duidelijk sprake van een urinewegontsteking bij meerdere zeugen. Met een kuur is het probleem toen opgelost en de resultaten verbeterden. Er waren minder verwerpers en het afbigpercentage steeg. Wel is het dan nodig om naar de achterliggende oorzaak te kijken, anders keert het probleem weer terug.'


Meerdere problemen

Van Alphen: 'Meerdere zeugen met een urinewegontsteking zijn zeker niet gewenst. Want een urinewegontsteking levert meer problemen op dan gedacht. De urinewegontsteking is vaak subklinisch en merk je dan ook niet direct op. Maar het leidt wel tot vruchtbaarheidsproblemen, zoals bij het bedrijf uit het voorbeeld, baarmoederontstekingen, gewichtsverlies bij de zeugen en een slechtere biest en melkproductie van de zeugen. Als het erger wordt, ontstaat een ontsteking van de blaas en het nierbekken, krijgt de zeug koorts en is er vaak duidelijk afscheiding uit de vulva. Het leidt tot een verhoogde uitval van de zeugen.'

Omdat de consultant en dierenarts ervan overtuigd zijn dat urinewegproblemen op meer bedrijven een probleem kunnen zijn, hebben ze een speciale maatbeker gemaakt en een standaard onderzoeksprotocol opgezet. Met de maatbeker waarop de urine in vijf kleuren staat, kan de zeugenhouder al snel een indruk krijgen of er iets aan de hand is door vroeg in de ochtend wat urinemonsters te nemen. Goede urine is lichtgeel en niet troebel. Is dat niet het geval, dan kan nader onderzoek gewenst zijn.


Twintig monsters

Volgens het protocol worden er twintig monsters genomen: vijf in de dekstal, vijf in de drachtstal en tien bij de kraamzeugen waarvan de helft kort na werpen en de helft einde zoogperiode. Die worden nader onderzocht op nitriet, bloed, eiwit, zuurgraad en soortelijk gewicht.

Uit onderzoek dat Verhoeven en Van Alphen inmiddels op meerdere bedrijven hebben uitgevoerd, blijkt dat 30 procent van de zeugen kampt met subklinische of klinische urinewegproblemen. Bij onderzoek van slachtzeugen ligt dat aantal met 50 procent nog hoger.


Voorkomen belangrijk

Omdat urineweginfecties nadelig zijn voor zeugen, is het volgens de consultant en dierenarts van groot belang om ze zoveel mogelijk te voorkomen. De twee belangrijkste oorzaken van urineweginfecties zijn te weinig drinken en hygiëne rond het insemineren en de geboorte.

Te weinig drinken komt volgens Verhoeven vaak voor. Er zijn bedrijven waar de zeugen tijdens de dracht gemiddeld 8 liter per dag drinken, terwijl het minimaal 12 liter moet zijn. Fokkerijorganisatie Topigs Norsvin ziet zelfs liever dat het 20 liter is. Flink water drinken is nodig, omdat hierdoor de nieren en urinewegen goed worden gespoeld. Als er dan ziektekiemen aanwezig zijn of binnenkomen, worden die met de urine weer uit de zeug verwijderd. Daarnaast is voldoende water nodig om ervoor te zorgen dat de zeugen voldoende voer opnemen.


Controle

Controle van de wateropname is gewenst. Is de waterafgifte van de drinknippels hoog genoeg? Durft een gelt bijvoorbeeld wel bij de drinknippel of drinkbak te komen, als de weg ernaartoe wordt versperd door bazige oudere zeugen?

De hygiëne tijdens het insemineren en de geboorte is ook een aandachtspunt. Bij het insemineren van de zeugen mogen er geen ziektekiemen naar binnen worden gebracht. Schone materialen en het reinigen van de kling zijn gewenst. Geboortehulp kan het beste zoveel mogelijk worden beperkt. Want ook bij hygiënisch werken is er een risico dat er ziektekiemen mee naar binnen komen. Wordt er veel geboortehulp toegepast, dan is het nodig om naar de oorzaak hiervan te gaan zoeken.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    15° / 10°
    50 %
  • Maandag
    17° / 6°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 10°
    60 %
Meer weer