Van der Tak: 'Landbouwakkoord was bijna rond'

In een interview met Nieuwe Oogst blikt scheidend voorzitter Sjaak van der Tak van LTO Nederland terug op wat hij zijn 'grootste worsteling' noemt gedurende zijn voorzitterschap. 'Ik ga altijd tot het gaatje.'

In het weekend van 18 juni deed Johan Remkes, op voorspraak van landbouwminister Piet Adema, een laatste poging om de geschillen tussen de partijen die onderhandelden over het landbouwakkoord te slechten.

'Remkes kwam na een belronde met een oplossing. Hij stelde een hoofdlijnenakkoord voor met een uitvoeringsagenda voor de onderwerpen waar we het over eens waren. Daarnaast zouden afspraken worden gemaakt om verder te praten over de struikelblokken', blikt Van der Tak terug op een bewogen weekeinde.

Volgens de LTO-voorzitter toonde minister Adema bereidheid om in het hoofdlijnenakkoord mee te gaan. 'Maar die maandagavond liet hij mij weten dat het kabinet er niet mee instemde. Toen heb ik me de dag daarop teruggetrokken uit de onderhandelingen en is het akkoord mislukt.'

Voor blijvers en jonge boeren

Van der Taks bestuurstermijn loopt op 31 december af. Hij liet eerder al weten niet voor een nieuwe termijn te gaan. 'Voor de transitie in de landbouw is nog wel zes tot zeven jaar nodig. Ik vind dat LTO een nieuwe voorzitter verdient die gedurende die hele transitieperiode aan het roer kan staan om te zorgen dat de blijvers en jonge boeren een goede toekomst hebben.'

De LTO-voorzitter heeft er de afgelopen drie jaar veel energie in gestoken om de banden in de hele agrofoodketen aan te halen. Zo ging hij met vakgroepvoorzitters op bezoek bij de hoofdkantoren van de grote supermarktketens. 'We gaven daar presentaties over wat er speelt in de diverse sectoren en de dilemma's waar boeren en tuinders tegenaan lopen. Dat was nog nooit eerder gedaan vanuit LTO Nederland.'

Meer samenwerking

Die werkbezoeken resulteerden in een betere samenwerking met de supermarkten die bereid waren dat in het landbouwakkoord vast te leggen. Volgens Van der Tak zouden ook de grote agrobedrijven, toeleveranciers en afnemers intensiever moeten samenwerken. Als voorbeeld noemt hij een samenwerking tussen coöperaties in de zuivel en akkerbouw voor de opslag, bewerking en verwaarding van mest.

'Er zijn gebieden in Europa waar een tekort is aan mest. In de Europese voedselstrategie, waarover word gesproken, zou zo'n samenwerking op het gebied van mestverwerking daarom een rol moeten krijgen', aldus Van der Tak.