LTO Noord verliest rechtszaak over nieuwe natuur in Flevopolder

De Raad van State verwierp woensdag de bezwaren van landbouworganisatie LTO Noord tegen het bestemmingsplan waarin de aanleg wordt geregeld. De belangenbehartiger is bang dat agrarische percelen rondom dit project schade kunnen krijgen door overwaaiend onkruid en plasticresten achtergelaten door recreanten. De raad vindt die angst onterecht.

Volgens LTO Noord is de gekozen 5 meter breedte voor de bufferstroken rondom het gebied te smal. Dat valt in het niet bij de veel bredere bufferstroken die worden ingesteld bij percelen waar met gewasbeschermingsmiddelen wordt gespoten.

Maar de Raad van State denkt daar anders over. 'Het gevaar van verspreiding van onkruid en het gevaar van verspreiding van bestrijdingsmiddelen zijn naar hun aard heel verschillend, zodat niet valt in te zien dat daarvoor bufferzones van gelijke breedte moeten worden aangehouden', oordeelt de raad.

Bovendien worden er volgens de raad geen kruiden uitgezet die overlast geven voor de agrarische percelen rond het gebied waar de nieuwe natuur moet komen. Het gras op de bufferstroken wordt ook meerdere keren per jaar gemaaid.

Milieueffectrapportage

LTO Noord klaagde bij de Raad van State ook over het ontbreken van een uitvoerig milieuonderzoek. De vorming van nieuwe natuur bij Zeewolde is onderdeel van een veel groter project van 185 hectare. Voor zo'n groot project is volgens de organisatie zonder meer een milieueffectrapportage vereist. De gemeente Zeewolde krijgt het verwijt van 'salamitactiek' door dit grote project in stukjes op te voeren en bij elk stukje te concluderen dat er geen uitgebreid milieuonderzoek nodig is.

Volgens de raad is voor dit grote project wel door de gemeente Zeewolde beoordeeld of een uitgebreide milieueffectrapportage nodig is. Het resultaat is dat er geen belangrijke negatieve milieueffecten zijn te verwachten. Een uitgebreid onderzoek vindt ook de raad daarom niet nodig.