Zeugenstapel weer verjongen bij hogere biggenprijs

De inkomsten op de zeugenbedrijven waren teleurstellend de afgelopen jaren. Daardoor liep het vervangingspercentage van de zeugen op veel bedrijven flink terug.

Een oudere zeugenstapel heeft nadelen voor de biggenproductie. Vanaf de zesde of zevende worp begint de productie van zeugen doorgaans te dalen. Ze werpen nog wel veel biggen, maar de vitaliteit van de biggen kan dalen. Ook gaat kwaliteit achteruit van de uier en het beenwerk van de zeug.

De bigoverleving is bij oudere zeugen ook lager dan bij jongere zeugen. Daarnaast ligt de genetische aanleg van de jonge opfokzeugen op een hoger peil. De productie van de zeugenstapel neemt daardoor toe bij een jongere gemiddelde leeftijd.

Ander nadeel van de oudere zeugen is vaak dat de uitval onder de zeugen zelf toeneemt. Iedere 5 procent uitval onder de zeugen kost op een bedrijf met 1.000 zeugen al snel 30.000 euro per jaar, berekent Ter Haar.

Opbouw zeugenstapel checken

Zeugenhouders doen er volgens de specialist goed aan om de opbouw van hun zeugenstapel onder de loep te nemen. 'De meest productieve zeugen zijn de derde- tot en met zevendeworpszeugen', stelt Ter Haar.

'De zeugenstapel moet voor 60 procent uit zeugen van deze leeftijd bestaan. Daarnaast is dan 30 tot 35 procent van de zeugen van de eerste en tweede worp en zijn er maar 5 tot 10 procent zeugen van de achtste worp of ouder. Maar kijk vooral naar de productie per worpnummer van je eigen zeugenstapel.'

Stijgt de bigoverleving door meer jongere zeugen met 2 procent, dan stijgt het rendement met 26.000 euro bij een biggenprijs van 55 euro en een bedrijfsgrootte van 1.000 zeugen, rekent Ter Haar voor. 'Bij de huidige biggenprijs is het effect nog groter.'