Zeventien kandidaat-Statenleden kruisen degens over landbouw in Utrecht

Het debat werd georganiseerd door LTO Noord, HAJK, NFO en de gezamenlijke collectieven agrarisch natuurbeheer Utrecht. Bjørn van den Boom, manager Public Affairs van LTO Nederland, leidde het debat.

Gaat de provincie boeren volledig compenseren voor de schade die ganzen aanrichten? Krijgt landbouwgrond een beschermde status of vinden de partijen woningbouw belangrijker? En komt de provincie straks met aanvullend beleid bovenop het opkoopbeleid en alternatieve regelingen van de Rijksoverheid? Het waren prangende vragen van aanwezigen, waarop de partijen heel verschillend reageerden.

Provincie moet optreden

Wat opviel, was dat een aantal partijen veel kritischer is dan de organisatoren van het debat. U26, Belang van Nederland, Forum voor Democratie en de PVV hadden moeite te reageren op vragen over hoe de provincie moet omgaan met rijksbeleid, omdat ze al niet achter de plannen van het kabinet staan en allereerst vinden dat de provincie daartegen zou moeten optreden.

In het politieke midden zaten traditiegetrouw het CDA, ChristenUnie, VVD, SGP, 50Plus en eigenlijk ook de BBB. Tussen deze partijen was de discussie op details interessant. Aan de andere kant van het spectrum deden GroenLinks, Partij voor de Dieren, Volt, SP, PvdA en D66 hun best om te laten zien hoe diep hun liefde voor het agrarische leven zat, maar de zaal had hoorbaar moeite met hun verhaal.

Naast boeren staan

Mirjam Sterk, fractievoorzitter van het CDA, maakte duidelijk naast de boeren te willen staan en natuur en landbouw niet als twee losse onderwerpen te zien, in tegenstelling tot D66 die daar moeite mee bleef houden tijdens het debat. Jeroen van Wijk, voorzitter van LTO Noord-afdeling Utrecht wees erop dat boeren veel verder zijn dan de politiek als het gaat over samenwerking met natuurorganisaties.

Debatleider Van den Boom gaf een uitgebreide introductie over compensatie voor schade voortkomend uit het flora- en faunabeleid van de provincie. De stelling was dat de provincie de boer daarvoor geheel moet compenseren en niet deels, zoals nu het geval is. Van Wijk vulde aan: 'Dit wordt snel afgedaan als bedrijfsrisico, maar het is een maatschappelijk probleem waarvan de rekening bij de ondernemer gelegd wordt.'