Flink verlies zeugenhouderij: biggenprijs blijft achter op kosten

Gesloten bedrijven maken een verlies van 14.000 euro per oaje, geeft Wageningen Economic Research aan. Vleesvarkensbedrijven komen door een waardetoename van bijna 104.000 euro op de balans uit op een positief inkomen van 108.000 euro.

Een gemiddeld varkensbedrijf (gesloten bedrijven, vleesvarkens en zeugen bij elkaar) heeft per onbetaalde aje een inkomen van 21.000 euro. Dat is 2.000 euro minder dan vorig jaar. De verschillen tussen bedrijven zijn zoals gebruikelijk groot.

Laagste inkomen

De 20 procent bedrijven met het laagste inkomen halen per onbetaalde aje minder dan 45.000 euro negatief, terwijl de 20 procent beste bedrijven meer dan 118.000 euro positief halen. De gestegen kosten voor voer en energie worden maar deels gecompenseerd door de gestegen opbrengsten voor biggen (+20 procent) en vleesvarkens (+24 procent).

De vleesvarkensbedrijven hebben hun positieve inkomen overigens nog niet binnen. Dat 'positieve' inkomen moet begin volgend jaar nog definitief worden verdiend bij de verkoop van de vleesvarkens die op de balans staan.

Voerkosten stijgen 35 procent

Zeugenbedrijven komen in 2022 dus het meeste tekort, omdat de biggenprijzen minder hard stijgen dan de 35 procent gestegen voerkosten en de verdubbeling van de energiekosten. Daarbij is de coronasteun grotendeels weggevallen. In 2022 werd nog 24.000 euro ontvangen tegenover 118.000 in 2021.

Gesloten bedrijven komen met 14.000 euro negatief ook lager uit dan vorig jaar toen het inkomen nog 15.000 euro positief was. De voerkosten vallen hier een half miljoen hoger uit dan vorig jaar en de energiekosten 45.000 euro hoger.