Op biotuinderij De Waog wordt continu geïnnoveerd

Wie regelmatig over de N273 rijdt, tussen Venlo en Roermond, kan het bedrijf van de familie Van de Bool niet ontgaan. Biologische tuinderij De Waog ligt direct aan de Napoleonsweg. De opa van Joep van de Bool begon er na de oorlog een gemengd bedrijf. Later zetten Wiel van de Bool en Trudelies Dorssers de onderneming voort. Zij focusten op de teelt van tuinbouwproducten in de vollegrond en gingen in 1981 biologisch telen.

'Hiermee waren mijn ouders hun tijd ver vooruit. Er werd toentertijd nog amper biologisch geteeld in ons land', vertelt Joep van de Bool. 'Dat betekende dat ze alles zelf moesten uitzoeken. Op teelttechnisch vlak, maar ook qua afzet, certificeringen, et cetera. Het was echt pionieren.'

Daarnaast werd bewust ingezet op een grote diversiteit aan teelten. Op een oppervlak van 50 hectare teelt Joep van de Bool veertig tot vijftig verschillende gewassen. 'Op die manier creëer je risicospreiding en heeft je bedrijf een sterkere basis. Daarom heb ik deze koers doorgezet.'

De jonge Limburger stapte ruim tien jaar geleden in het familiebedrijf. Dat was aanvankelijk niet zijn ambitie, want na zijn studie aan de HAS koos hij voor een baan als teeltbegeleider. 'Mijn ouders hebben best moeilijke jaren gehad. Zo liep de afzet richting de handel aanvankelijk stroef. Hierdoor gingen ze zich na verloop van tijd richten op de rechtstreekse levering van biologische producten aan consumenten, via een bezorgdienst. Dit nam zo'n vlucht dat de tuinderij ondersneeuwde en hier ook nauwelijks nog in geïnvesteerd werd.'

Geen 'blinde groei'

Dat veranderde toen de bezorgdienst in 2005 werd verkocht, vertelt Van de Bool. 'Het tuinbouwbedrijf groeide en werd in mijn ogen interessanter. In 2012 stapte ik in het bedrijf en binnenkort neemt ik het officieel over.' De Waog maakte de afgelopen jaren een forse groei door. 'Maar we zijn niet 'blind gegroeid'. We zijn ingegeven door de vraag vanuit de markt. De consumptie van biologische producten zit de laatste jaren fors in de lift.'

Net als zijn ouders is Van de Bool een pionier in hart en nieren. Hij zoekt continu naar nieuwe wegen en producten. 'Ik ben steeds op zoek naar een uitdaging, naar iets nieuws om te telen. Daarmee kun je je ook onderscheiden in de markt en iets extra's verdienen. Alhoewel je natuurlijk wel leergeld betaalt.'

Dat was ook het geval bij de teelt van zoete aardappel ofwel bataat, waarmee Van de Bool in 2014 begon. Hij was toentertijd op zoek naar 'winterwerkzaamheden', om zijn personeel jaarrond aan het werk te kunnen houden. 'In onze boerderijwinkel zagen we de verkoop van zoete aardappelen, die we inkochten bij de handel, fors toenemen. Dat triggerde me om te kijken of dit tropische gewas ook in Nederland te telen was.'

Van de Bool begon met proefjes en inmiddels heeft hij 12,5 hectare bataat staan. 'We hebben behoorlijk wat fouten gemaakt, maar ik kan nu stellen dat we de teelt grotendeels onder de knie hebben. Ook ontwikkelden we, samen met een Deense machinebouwer, een speciale rooier voor zoete aardappelen.'

Volgens de ondernemer is de markt voor biologische bataat weliswaar groeiende, maar nog steeds beperkt. 'Dat komt ook doordat Nederlandse bataat een stuk duurder is dan buitenlands product. Consumenten moeten bereid zijn iets extra's te betalen voor een Hollands product. Daar is slechts een beperkte groep toe bereid.'

Optimaliseren

Hoewel Van de Bool tevreden is over het rendement van zijn bedrijf, ziet hij ook uitdagingen voor de toekomst. Zo is het lastig om voldoende biologische mest te verkrijgen. 'Wij brengen bij voorkeur rundvee- of geitenmest op en die is nauwelijks beschikbaar. En dat wordt er met de stikstofplannen van het kabinet waarschijnlijk niet makkelijker op. Want daarbij wordt tot op dit moment geen onderscheid gemaakt tussen biologische en gangbare bedrijven.'

Verder wil de ondernemer zijn bedrijfsvoering optimaliseren, op alle vlakken. Het professionaliseren van de bedrijfsstructuur is hierbij een belangrijk speerpunt. 'Net als mijn ouders houd ik zaken zoveel mogelijk in eigen hand. Maar het is gewoon niet meer in mijn eentje te managen, zeker met zoveel verschillende teelten en veel buitenlandse medewerkers.'

Daarom wil Van de Bool investeren in voormannen en verantwoordelijkheden uit handen geven. Dat zal volgens hem ook helpen medewerkers te vinden en te binden. 'En alleen op die manier heb ik ruimte om klantrelaties te intensiveren en kan ik de productkwaliteit blijven garanderen. Dat is cruciaal om de continuïteit van ons bedrijf te waarborgen.'