Handel ziet noodzaak voor uitbreiding uienareaal

'Gemiddeld neemt het exportvolume van Nederlandse uien jaarlijks toe met 3 tot 5 procent. Wij verwachten dat deze groei voorlopig nog wel aanhoudt', vertelt Maarten van Damme, sales manager van handelsbedrijf Dacomex. 'Om aan de wereldwijde vraag te kunnen voldoen, zullen we in eigen land meer uien moeten telen.'

Van Damme werkte dinsdagavond mee aan de zogeheten 'Webuinar' die werd georganiseerd door zaadfirma De Groot en Slot. Hij was gevraagd om aan een groot aantal toehoorders een toelichting te geven op de uienexport en op de verwachtingen voor de uienmarkt in de nabije toekomst.

Positie als gatenvuller

De uienhandelaar ziet veel perspectief voor de Nederlandse uiensector. Hij gaat ervan uit dat Nederland voorlopig de positie als gatenvuller op de wereldwijde uienmarkt handhaaft. 'Onze sector is gewoon uitermate gespecialiseerd in export. Wij zijn in staat om een uitstekend product naar elke uithoek van de wereld te transporteren.'

Afnemers als Brazilië zijn soms enkele jaren niet in de markt om Nederlandse uien te kopen, geeft Van Damme als voorbeeld. 'Maar als er een keer een tekort is, dan weten ze dat ze ons altijd kunnen bellen.'

Drie noordelijke provincies

Voor uitbreiding van teeltareaal in Nederland ziet Van Damme vooral mogelijkheden in de drie noordelijke provincies. Hij is zeer te spreken over de kwaliteit van de uien die vanuit Friesland, Groningen en Drenthe geleverd worden.

'De uien van de zandgronden, ook in het Oost- en Zuidoost-Nederland, doen in kwaliteit momenteel niet onder voor de uien van de klei. En op kleigronden is nauwelijks nog ruimte voor meer uien.'