Tweede Kamer stemt in met extra afroming fosfaatrechten

Mede als gevolg van rechtszaken van melkveehouders die terecht bezwaar maakten dat ze te weinig fosfaatrechten toegekend hadden kregen, zijn in totaal te veel rechten uitgegeven. Omdat dit teveel aan fosfaatrechten wordt gezien als staatssteun, moet Schouten weer rechten terughalen uit het totaal. Ze heeft gekozen om dit te doen door een tijdelijke afroming van fosfaatrechten met 20 procent – tegen de standaard 10 procent – als rechten van eigenaar wisselen.

De bewindsvrouw geeft de voorkeur aan afroming in plaats van een generieke korting die alleen zou gelden voor voor niet-grondgebonden bedrijven. Vorig jaar waar meer ondernemers betrokken bij de handel in fosfaatrechten dan het aantal niet-grondgebonden bedrijven, zodat de afroming over meer bedrijven verdeeld wordt.

Verder wil de minister voorkomen dat er extra dieren naar de slacht gaan. Dat gaat bij een generieke korting waarschijnlijk gebeuren.

Tijdelijke maatregel

Het hogere afromingspercentage is een tijdelijke maatregel, die wordt afgeschaft wanneer het aantal fosfaatrechten weer onder het plafond zit. Een amendement van Jaco Geurts (CDA) en Helma Lodders (VVD) hierover werd aangenomen.

Dit amendement regelt dat uiterlijk twee weken nadat het totaal aantal fosfaatrechten onder het fosfaatproductieplafond voor de melkveehouderij van 84,9 miljoen kilo ligt het afromingspercentage weer wordt verlaagd naar 10 procent. Overigens benadrukt Schouten in haar wetsvoorstel eveneens dit uitgangspunt.

Andere amendementen werden verworpen. Een opmerkelijke was die van Esther Ouwehand (PvdD). Zij vindt dat de gemiddelde melkproductie op bedrijfsniveau moest worden verlaagd naar 6.000 kilo per koe. Over heel Nederland gezien ligt de gemiddelde productie ruim boven de 8.000 kilo.