Weinig animo voor vrijwillige bemonstering aardappelmoeheid

Het bestuur van stichting Teeltbeschermingsmaatregelen Zetmeelaardappelen (TBM) maakt zich zorgen over het gebrek aan urgentie voor de monitoring op AM vanuit de praktijk. 'De alarmklokken moeten luiden', meldde bestuurslid Dirk Jan Beuling onlangs tijdens een LTO-avond voor pootgoedtelers in Westerbork.

Volgens Beuling, die ook voorzitter is van werkgroep Zetmeelaardappelen van LTO en voorzitter van het Plan van Aanpak AM, blijkt uit de TBM-monitoring dat ongeveer 20 procent van de bemonsterde percelen zwaar tot zeer zwaar besmet is met AM-cysten. Hij laat doorschemeren dat het vrijwillige karakter van de TBM-bemonstering weleens aangepast zou kunnen worden tot een verplichting.

Virulente populaties

Om te voorkomen dat door onwetendheid virulente AM-populaties worden verspreid, streeft het TBM-bestuur naar een minimale deelname aan de vrijwillige bemonstering van 80 procent voor het teeltseizoen 2019. Op dit moment is echter 835 hectare aangemeld, dat is opnieuw ongeveer een derde van het totale TBM-areaal.

Monitoring is volgens het stichtingsbestuur van belang voor de juiste rassenkeuze. Daarbij moeten telers er rekening mee houden dat diverse resistente rassen minder resistent zijn dan eerder aangenomen. Wat verder vooral meespeelt, is het wegvallen van de mogelijkheid om een AM-besmetting te kunnen corrigeren via grondontsmetting.

Gecertificeerd

Toch werd tijdens de pootgoedbijeenkomst benadrukt dat niet alles negatief is. Uit de TBM-monitoring blijkt ook dat 60 tot 80 procent van de bemonsterde percelen nog geschikt is voor de eigen vermeerdering van pootgoed voor de zetmeelteelt. Bovendien wordt in het zetmeelgebied ook NAK-gecertificeerd pootgoed geteeld. Dat mag alleen op percelen die na analyse vrijverklaard zijn van AM.

Het TBM-bestuur moet nu conclusies trekken over de vrijwillige bemonstering en de opvolging van de daaraan gekoppelde advies. Het is in eerste instantie van belang om de zetmeeltelers nogmaals bewust te maken van de urgentie om alert te zijn op AM. Het is volgens het bestuur van collectief belang dat, ondanks de aanwezigheid van virulentere AM-populaties, de continuïteit van de zetmeelteelt in het betreffende gebied behouden blijft.