Afbreektijd van fipronil in mest onderzocht

Loonwerkersbond Cumela Nederland had vragen gesteld over hoelang het duurt voor van de oorspronkelijke hoeveelheid fipronil in mest nog precies de helft over is. Zodra er meer duidelijkheid is over deze halfwaardetijd, kan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) bepalen of er ook een andere behandeling met mest mogelijk is.

Cumela heeft ook vragen over de status van biologische bedrijven, de afvoer van nattere mest en andere bestemmingen dan BMC.

Biologische status

Biologische pluimveehouders behouden hun biologische status, ondanks dat ze niet alle mest naar een biologisch bedrijf afzetten, meldt Cumela. De met fipronil vervuilde mest moet wel bij de BMC in Moerdijk worden verbrand. Hierdoor houden ook bedrijven die eerder dit jaar mest hebben afgenomen van de nu geblokkeerde bedrijven hun biologische status.

Er zijn ook geblokkeerde pluimveebedrijven die nattere mest hebben (minder dan 55 procent droge stof). Die kan niet naar de BMC in Moerdijk. Het is volgens Cumela nog niet duidelijk wat er dan wel mee moet gebeuren. Dat geldt waarschijnlijk ook voor mest van bedrijven die ruien (er zitten dan veel veren in de mest) ook die kan niet bij BMC worden verbrand.

Andere bestemmingen dan BMC

Branche-organisatie Avined is druk bezig met het opstellen en bespreken van protocollen om bij geblokkeerde bedrijven mest uit stallen, die niet zijn behandeld met fipronil, mest af te voeren naar andere bestemmingen dan BMC in Moerdijk. Deze worden vervolgens besproken met de NVWA.

Na goedkeuring door de NVWA kunnen die in gebruik worden genomen. Vermoedelijk zal er dan per container een monster eerst op fipronil geanalyseerd moeten worden, voordat de container kan worden afgevoerd.