Vorstschade in appels en peren tot 30 procent

Verder gaat de organisatie ervan uit dat er een behoorlijke kwaliteitsschade is ontstaan na de koude nachten van maandag 17 tot en met donderdag 20 april. De NFO benadrukt dat het gaat om een eerste inventarisatie en dat de oogstreductie mogelijk nog lager kan uitvallen.

Met name voor appels waren de bloeiomstandigheden de afgelopen weken vanwege de koude omstandigheden zeer matig. Met name in de nacht van 19 op 20 april daalde de temperatuur plaatselijk tot -10 graden Celsius. In deze nacht is de meeste schade ontstaan. Afgelopen week was er een tweede reeks koude nachten, met ook weer temperaturen beneden het vriespunt.

Beregenen kersen

De vorstschade in kleinfruit en steenfruit is volgens NFO vooralsnog onduidelijk en in elk geval sterk wisselend. Volgens de berichtgeving over de vorstschade is het dit jaar opvallend dat het beregenen van kersen goed is uitgepakt.

Voor kersen geldt dat vroege rassen de meeste schade hebben opgelopen. Verder is net als bij appels ook in kersen de schade in Zuid-Limburg het grootst. Alle kersen tot een hoogte van 2,5 meter zijn daar bevroren.

Vanuit de kustprovincies Zeeland en Noord-Holland meldt NFO weinig schade in zowel pruimen als kersen. In overige delen van Nederland houden telers van steenfruit rekening met opbrengstdervingen van 30 tot 40 procent.

Bevroren bloemknoppen

In kleinfruit is het vooral afwachten hoe planten zich na de nachtvorst verder ontwikkelen. Bij rode bes missen veel bloemtrossen de bovenste vruchten en zal ook zeker sprake zijn van kwaliteitsschade. In de traditionele buitenteelten van braam en framboos worden in het hele land bevroren bloemknoppen gevonden. Ook blauwe bessentelers in Noord-Limburg en Oost-Brabant melden schade door de vorst.