Wie volgt de Turk en de Pool op in tuinbouw?

Hollandse handen verrichtten tot in de jaren zestig de oogst in de tuinbouw. Daaraan kwam goeddeels een einde, toen onze economie werk in overvloed bood dat aantrekkelijker was.

Hulptroepen uit Spanje, Marokko en Turkije namen het werk over. In de jaren negentig gevolgd door de Polen, zeker na de toetreding tot de EU in 2004. Driekwart van de arbeid in de tuinbouw wordt nu door Polen verricht.

Maar de belangstelling van Polen om hier te werken neemt af. Belangrijkste oorzaak is de opleving van de Oost-Europese economie en welvaartsgroei. Voor Poolse arbeidsmigranten is steeds vaker ook goed werk dicht bij huis te vinden.

Het einde per 1 juli 2017 van de cafetariaregeling – de fiscale uitruil van overuren met kosten voor levensonderhoud, huisvesting en vervoer – betekent een nieuwe tegenslag. Werkgevers, maar ook arbeidsmigranten, houden minder over.

Na het wegblijven van de Hollandse huisvrouw en migranten uit het Middellandse Zeegebied wacht de tuinbouw mogelijk een nieuwe aardverschuiving. De Pool blijft thuis. Wat nu?

Nederlandse werklozen willen al decennia geen structurele bijdrage leveren. Voor massale inzet van robots is het te vroeg. De oog-handcoördinatie van de mens is nog ongeëvenaard.

Mogelijkerwijs zijn het Roemenen en Hongaren die het werk overnemen. Hoe het ook zij, agrarische werkgevers zullen hun blikveld moeten verbreden nu Nederland voor de Poolse arbeidsmigrant minder aantrekkelijk wordt.