Flevoland blijft bij PAS-aanpak

Provincie Flevoland stond afgelopen najaar nog onder zware druk om prioritaire ontwikkelruimte voor de landbouw in te leveren. Flevoland is de enige provincie die de eigen landbouw als prioritair project heeft aangemeld en toegekend heeft gekregen. Daarmee stelde ze in een vroeg stadium voldoende ontwikkelruimte veilig voor Flevolandse veehouders.
In de eerste weken na het invoeren van de PAS claimden veel boeren de toen beschikbare ruimte, met name veehouderijen rond de Wieden/Weerribben in de Kop van Overijssel en op de Veluwe. Dat zijn natuurgebieden waar ook Flevolandse boeren hun prioritaire ontwikkelruimte uit putten. Dat leidde dan ook tot scheve ogen bij de naburige provincies.
Als gevolg van de grote toeloop werd in de loop van de afgelopen maanden de grenswaarde voor de vergunningplicht rond twintig Natura 2000-gebieden verlaagd van 1 mol naar 0,05 mol stikstofdepositie per hectare per jaar. Het betekende dat bedrijven met ontwikkelplannen zijn aangewezen op een Natuurbeschermingsvergunning, terwijl Flevolandse bedrijven buiten schot bleven.
Herziening van het rekensysteem Aerius, dat aan de basis staat van de PAS, levert in de meeste gevallen echter iets meer ruimte op. Daarmee is de grootste druk van de ketel. Gedeputeerde Staten (GS) van Flevoland besloten daarom hun lijst met prioritaire projecten in Flevoland toch ongewijzigd vast te stellen.

Aerius

'De herziening van Aerius heeft geleid tot nieuwe gegevens over stikstof die in sommige Natura 2000-gebieden tot meer ruimte voor economische ontwikkeling kan leiden', licht GS het besluit toe.
LTO Noord Overijssel en Gelderland maakten zich eerder niet al te veel zorgen over de uitwerking van de PAS. Voorzitter Erik Back stelde vast dat nog steeds vergunningen kunnen worden verleend. En als ergens de druk te hoog wordt, wordt er zo nodig met maatwerk naar een oplossing gezocht.
Voorzitter Arnold Michielsen van LTO Noord Flevoland is blij met de vasthoudendheid van GS in Flevoland. 'We waren even bang dat als andere provincies knel zouden komen te zitten, Flevoland zou gaan bewegen. Dat is gelukkig niet gebeurd. Overigens kunnen we de keuze voor de Flevolandse veehouderij als prioritair project goed onderbouwen. Zo vangt het gebied veehouders op die elders klem raken.'