Evaluatie verbod op snavelbehandeling

Het verbod op het behandelen van snavels van pluimvee wordt in principe ingesteld per 1 september 2018. Dit is medeafhankelijk van de uitkomst van een evaluatie tussen ministerie en sector in 2017. De pluimveehouder kan nu al maatregelen nemen om pikken te voorkomen.

René LuijmesIn de evaluatie wordt gekeken wat de haalbaarheid is van het verbod op snavelbehandeling. Wageningen UR Livestock Research onderzoekt de effecten van het verbod met een monitoringsprotocol. Dat gebeurt in opdracht van de Stuurgroep Ingrepen Pluimvee, waarin de pluimveesector, het ministerie van Economische Zaken en de Dierenbescherming zijn vertegenwoordigd.
Het doel is tweeledig: enerzijds moeten er voor de evaluatie voldoende cijfers zijn om een afgewogen besluit te nemen, anderzijds levert de monitoring handvatten op voor de sector om onbehandelde dieren zo goed mogelijk te houden.
Het aantal deelnemers aan de praktijkmonitoring van de onbehandelde en behandelde koppels is nog te klein om dit goed te kunnen beoordelen. Circa dertig nieuwe vermeerderingsbedrijven met zowel behandelde als onbehandelde vleeskuikenmoederdieren meldden zich recent aan. ‘Het is van belang dat er meer opfok- en productiebedrijven uit de legsector mee gaan doen’, stelt Ingrid de Jong van Wageningen UR Livestock Research.
Volgens de onderzoeker wordt het verbod in principe per 1 september 2018 ingevoerd. ‘Het ministerie van Economische Zaken wil in 2017 graag zien wat de resultaten zijn met onbehandelde koppels leghennen en vleeskuikenmoederdieren. De stuurgroep gaat vervolgens met het ministerie in discussie over de haalbaarheid van het verbod.’

Infectiedruk

Zweden kent al lang een verbod op het behandelen van snavels (zie kader). Volgens legpluimveespecialist Martin Arts van De Heus zijn de ervaringen van Zweedse pluimveehouders toepasbaar onder Nederlandse omstandigheden. Wel plaatst hij enkele kanttekeningen. Zo is het entschema in Zweden zeer licht in vergelijking met Nederland. Daarnaast is de infectiedruk laag.
‘Er wordt slechts gevaccineerd tegen Marek, Paracox, trilziekte en IB Ma5. Hierdoor zijn al een paar stress-factoren lager dan bij ons. Opfokkippen kunnen ongestoord doorgroeien zonder energie en eiwit te spenderen aan de afweer van ziekteverwekkers. Dit verschil uit zich het duidelijkst in het feit dat de kippen in Zweden na zestien weken naar de legstal gaan omdat dan de de leg begint.’
Volgens Arts liggen de bruikbare ervaringen op het gebied van management. ‘We zullen op elk gebied de puntjes op de i moeten zetten, zoals voer – zowel de samenstelling als de verschijningsvorm –, klimaat, verlichting en hygiëne.’
De legpluimveespecialist ziet lichtintensiteit als een van de mogelijke maatregelen om snavelpikkerij te voorkomen. ‘Vaak wordt enkel aan het terugbrengen van de lichtsterkte gedacht. Belangrijk is om met een normale lichtsterkte te beginnen. Dit is normaal 15 tot 20 lux in de scharrelruimte op kiphoogte. Bij deze lichtsterkte kun je zowel naar boven als naar beneden bijsturen’, vertelt hij.

Bijsturen lichtsterkte

‘Naar boven als kippen moeite hebben om het systeem te leren kennen of als er te veel buitennesteieren zijn, naar beneden als er een stressfactor speelt die pikkerij kan veroorzaken. Een pluimveehouder in Zweden vertelde dat hij dan ineens flink teruggaat in lichtsterkte om daarna in kleinere stapjes weer op te bouwen als het probleem voorbij is. Als je uit voorzichtigheid te laag begint, heb je geen ruimte meer om terug te gaan.’
Verder is het belangrijk om hoogfrequente verlichting te gebruiken. ‘Dit levert minder stress op bij de kippen. Ook moet je voorkomen dat het daglicht direct in de stal schijnt.’
Thea van Niekerk van Wageningen UR Livestock Research vindt licht dimmen symptoombestrijding en beschouwt dit niet als de beste oplossing. ‘Er wordt steeds meer gebruikgemaakt van ledverlichting. Hierdoor komen er ook meer mogelijkheden om een breed spectrum licht te verstrekken. Dit is een goede ontwikkeling.’
Verdere mogelijkheden om pikkerij te voorkomen, zijn volgens Arts het aanbrengen van afleidingsmateriaal zoals pikstenen of plastic voorwerpen in de stal. ‘Als een koppel blijft pikken, moet je af en toe van materiaal veranderen om gewenning te voorkomen.’

Stalklimaat

Ook moet het klimaat in de stal optimaal zijn. ‘Een beetje tocht kan coli en stress veroorzaken. Gevolg daarvan kan pikkerij zijn. Ook op het gebied van hygiëne valt er nog wat te halen. Als een koppel minder kans heeft op een virusbesmetting, zal dat minder geneigd zijn om te gaan pikken.’
Van Niekerk stelt dat de juiste opfok van groot belang is. Een groot aantal factoren speelt een rol. Welke combinatie is bedrijfsspecifiek. Onder andere het verstrekken van pikblokken of luzernebalen, het toegankelijk maken van de uitloop, een goed klimaat, daglicht, verlaging van de bezetting en het juiste merk hen kunnen, afzonderlijk en in combinatie, pikkerij voorkomen.
Volgens Van Niekerk moet ontmenging van voer worden voorkomen omdat tekorten kunnen ontstaan. Het gebruik van goede eiwitbronnen en behoud van een goede darmgezondheid zijn cruciaal.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    10° / 6°
    70 %
  • Zaterdag
    10° / 5°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
Meer weer