Nachtvorst zorgt voor versnelde afrijping maïs

Pieter StokkermansWilly Aarts uit Hallum wacht nog met hakselen. Hij hoopt op beter weer voor dit weekend, vertelde hij dinsdag. ‘De pit is nog helemaal zacht en vochtig. Wellicht dat de nachtvorst de afrijping versnelt. Dit is geen normaal afrijpingsproces, de maïs wordt noodrijp. Als het echt gaat vriezen moet het gewas er snel af, met enkele nachten een beetje nachtvorst is dit geen enkel probleem.’
Bij Aarts is regen eerder een spelbreker. ‘We hopen dat de grond niet te nat wordt. Anders moet het gewas op rupsbanden van het land worden gehaald. De toestand van de bodem tijdens het oogsten is vaak niet bevorderlijk voor de structuur ervan.’ Hij verwacht overigens niet dat noodrijping een ander effect op de maïskwaliteit heeft dan de normale afrijping.

‘Alles beter dan regen’

Bij Wim Vedder in Gasselternijveenschemond was het begin deze week eveneens koud. ‘Deze temperatuur is goed voor mens en dier. Zo is de bacteriedruk bij kalveren lager. Alles beter dan regen’, grapt hij.
Ook bij hem rijpt de maïs door de vorst nu vlotter af. ‘De glans is ervan af. Is die versnelde afrijping erg? De sapstroom wordt minder en het afrijpingsproces moet normaal gesproken zijn tijd hebben. Het is de vraag wat de gevolgen zijn van de vorst op de hoeveelheid zetmeel. Vroeg gerooide aardappelen bevatten minder zetmeel. Hoe zit dat bij deze maïs?’ filosofeert hij.
Bij Vedder in de buurt maakten veel ondernemers deze week een afweging. ‘Ze kunnen kiezen tussen nu hakselen en iets meer vocht in de kuil voor lief nemen of nog even wachten en hopen dat het meevalt met de voorspelde buien. Hier en daar beginnen ze’, stelde hij dinsdag. Zelf verwacht hij over twee weken te kunnen oogsten.
Ferd van de Ven uit Lage Mierde zit met hetzelfde. Hij verwacht komende week te hakselen. ‘Ondanks de wisselende weersomstandigheden ziet het gewas er prima uit. De laatste week ging het door de vorst snel met het afrijpen. De planten verkleuren sneller en harder. De korrel is nu behoorlijk hard. Ik verwacht dat die de komende week op 33 procent zit. De grond kan wat hebben, maar het moet niet te veel regenen.’
Jaap Koorn uit Hippolytushoef kan niet zo snel profiteren van de versnelde afrijping door vorst. ‘Hier aan de kust is de kans op vorst minder groot. We zit nu rond 15 oktober, dat is grofweg het moment dat de afrijping tot stilstand komt. De maïs wordt dan niet veel rijper meer’, is zijn ervaring. De loonwerker komt dan komende week langs.
Dick Davelaar uit Leusden heeft donderdag laten hakselen. ‘Ik verwacht een goede opbrengst met een mooie kolf. Ook is het perceel goed berijdbaar, dus ik mag niet klagen’, glimlacht hij.
De loonwerker was diezelfde dag bij Roelof de Jong in Sibrandbuoren actief. ‘Het gevoel zegt dat de maïs goed is. Ik ben er maandag met de vertegenwoordiger in geweest. Hij merkte op dat de maïs wat begint te ritselen, een teken van oogstrijpheid. De wat groenere stukken op het land laten we nog een week staan. De maïsvoorraad is ook bijna op. Ik heb al wat maïs gekocht om de tussenliggende periode te overbruggen.’
Gerrit de Jong uit Meerkerk heeft zijn maïs al op 5 oktober laten oogsten. ‘Dat verliep prima. De grond was weliswaar een tikkeltje zacht, maar dat leidde niet tot spoorvorming.’ Hij heeft vier vrachten laten wegen en bemonsteren. Hieruit blijkt dat hij 55,5 ton product heeft met 34,3 procent droge stof. Dinsdag zaaide hij het perceel in met gras als volggewas.
Ook Bas Fokkert uit Holthone heeft zijn eerste maïsresultaten binnen. De meetnetmaïs staat nog, maar een perceel op afstand, in Balkbrug, is vorige week geoogst.
Voor het transport hiervan zijn tien tractoren met aanhangers nodig. Daarom moest dit op een voor de loonwerker wat rustig moment plaats vinden. In dit geval voor de grote hakseldrukte. Fokkert moest daarom genoegen nemen met iets minder droge maïs met op de hakselaar gemeten 31,5 procent droge stof. Daarbij werd 54 ton product per hectare geoogst.
Jorge Knipscheer uit Lepelstraat haalde het gewas 9 oktober binnen. Dit viel hem mee. ‘De plant was vrij groen. Toch komt er geen water meer uit de kuil en dat is prima. De kolf was heel goed rijp. Vandaar dat ik mijn gewas toch liet hakselen, en dat lijkt nu prima.’