Ganzenbordspel zoomt in op imago

'Imago begint met trots, want dan laat je ook zien dat je bijvoorbeeld innovatief en verbindend bent', zegt Marjet Korf, senior communicatieadviseur bij LTO Noord.
Het door LTO Noord ontwikkelde 'trotse-boeren-ganzenbordspel' helpt om binnen afdelingsbesturen of op ledenavonden de discussie op gang te krijgen. 'Het is een hulpmiddel voor afdelingen om duidelijk te krijgen waar ze op in kunnen zoomen met imago', legt Korf uit.
'Door het beantwoorden van de vragen wordt helder waar hun kracht zit of waar op gelet moet worden. In alle uitingen die we doen om ons imago te versterken zitten de zes kernwoorden.'
De zes kernwoorden 'open, trots, innovatief, verbindend, ondernemend en kwaliteit' zijn benoemd in de werkgroepen Imago. Verdeeld over de regio's Oost, West en Noord zitten bestuurders en leden in deze werkgroepen. Korf begeleidt hen.

Imago sector

'Het doel is dat burgers aan deze zes woorden denken als het om het imago van de sector gaat', aldus Korf. Om dat te bereiken moeten de kernwoorden ook bij bestuurders en leden bekend worden. Het 'trotse-boeren-ganzenbordspel' is daarop het antwoord.
Net als bij het reguliere ganzenbord bestaat het 'trotse-boeren-ganzenbordspel' uit 63 vakjes en wordt er met een dobbelsteen bepaald op welk vak iemands pion komt.
'Tijdens het spel moet je vragen beantwoorden die betrekking hebben op jezelf, de afdeling en de sector. Daarmee worden de kernwoorden tastbaar', zegt Korf.
Op de keukentafel van bestuurslid Paul ter Haar van LTO Noord Hardenberg ligt een fors exemplaar van het spel. Medebestuurslid Berny Remerink leest de kernwoorden hardop voor. 'Die zijn raak, dat zijn echte kernwoorden', stellen Ter Haar en vicevoorzitter Gerard Nijhof.
Dat het bestuur van LTO Noord Hardenberg zich nu buigt over het spel, komt omdat voorzitter Gerrie Kleene in de werkgroep Imago Oost zit. Op verzoek buigt het afdelingsbestuur zich over het spel, als 'testpanel'.

Ondernemend

Bestuurslid Henriëtte Bouma komt op het vakje 'ondernemend' terecht en kiest voor de vraag 'Ondernemen is voor mij …?' 'Dat je je eigen ideeën kunt ontwikkelen, waardoor je niet afhankelijk bent van anderen. En dat je met zo min mogelijk regels te maken krijgt', zegt Bouma.
Ook bestuurslid Ilse van der Vegte en voorzitter Kleene komen op 'ondernemend'. Zij moeten antwoord geven op de vraag: 'Ondernemen met mijn afdeling betekent…?'
'Ik vind dat we ondernemender naar niet-leden moeten zijn', begint Kleene. 'Dat je een club bent waar je lid van wilt worden. Dat moet je wel uitstralen.' Als positief voorbeeld noemt zij de vrouwenavond die de afdeling heeft gehouden. 'Daarmee probeer je ondernemend te zijn in het leggen van de verbinding met nieuwe leden.'
Van der Vegte omschrijft een ondernemende afdeling als een afdeling 'die zich zo goed mogelijk inzet voor de belangenbehartiging, die zich bijvoorbeeld laat zien en horen richting gemeente'.

Open

Penningmeester Bart Michel en bestuurslid André Hendriks belanden met hun worp op het kernwoord 'open'. 'Hoe open ben ik met mijn bedrijf?', luidt de persoonlijke vraag.
'Ik vind zelf dat ik best wel open ben, maar soms krijg je vragen waaruit blijkt dat het toch tegenvalt', antwoordt Hendriks. Als boomkweker merkt hij dat buitenstaanders tegen de boomteelt anders aankijken dan tegen boeren die voedsel produceren. 'De helft van mijn gewasbescherming bestaat uit biologische middelen, maar dat zien mensen niet', zegt hij. Akkerbouwer Michel reageert daarop met: 'Dan moet je dat toch zien uit te leggen.'
Dat kan klein beginnen, is de ervaring van Michel. Hij nam zelf een keer iemand mee die stond te kijken, terwijl hij op het land aan het werk was. 'Op de trekker raak je met elkaar in gesprek en hij vond het allemaal erg interessant wat ik vertelde.' Michel krijgt lof voor zijn actie van de andere bestuursleden, want 'dit praat zich weer rond en zo zet je de sector positief neer'.
Bestuurslid Remerink komt met zijn pion terecht op 'innovatief'. 'We hebben thuis een melkrobot staan. Tijdens de jaarlijkse fietstocht geef ik er uitleg bij. Zo laat ik innovaties op mijn bedrijf zien', beantwoordt hij de vraag.
Pluimveehouder Bouma valt op dit kernwoord even stil. Andere bestuursleden komen met suggesties als het automatisch inpakken van eieren en het gebruik van luchtwassers. 'Tja, dat vind je zelf heel normaal, daar denk je dan niet aan', zegt Bouma.

Kwaliteit

Bij de vraag 'Welke kwaliteit leveren wij als afdeling?' volgt er een dialoog tussen de bestuursleden. 'Ik vind het een kwaliteit dat wij binnen het bestuur voor elke sector een aanspreekpunt hebben. Dat we overal iets van afweten', stelt Remerink. 'Plus het netwerk dat wij hebben, zoals de contacten met de gemeente', vult Ter Haar aan. 'Ik vind ook dat we als afdeling met leden in gesprek moeten gaan over de vraag 'Hoe denk je over ons?'.'

Trots

Bij 'trots' weten Ter Haar en Nijhof het direct. 'Als ik met een burger in gesprek ben, probeer ik altijd enthousiast te zijn', zegt Ter Haar. 'Je hebt toch passie voor het vak. Ook in een discussie leg ik altijd uit waarom ik iets zo doe.'
Nijhof vult aan: 'Trots is voor mij ook dat je je bedrijf er netjes bij hebt liggen. Daar moet je ook je best voor doen.'

Afdelingen kunnen het 'trotse-boeren ganzenbordspel' opvragen via communicatie@ltonoord.nl.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer