Kalverenopfok: ‘we weten weinig van elkaar’

Het netwerk Kalverenopfok wil de kennis vergroten op het gebied van opfok van kalveren. Daarnaast is het uitwisselen van kennis en gegevens tussen melkveehouders en kalverhouders van belang.

René LuijmesHet idee om meer kennis te vergaren en om kennis tussen kalverhouders en melkveehouders te delen is ontstaan vanuit het Food Valley-project ‘Kennisnetwerk duurzame landbouw’. Uit dit idee kwam het netwerk Kalverenopfok voort.
Vijftien kalverhouders en acht melkveehouders gaven zich op voor het netwerk. ‘Ze komen van de Gelderse Vallei en Utrechtse Heuvelrug’, stelt Lisanne Oskam, melkveehoudster in Leusden en kennismakelaar van de Melkvee Academie. ‘En er staan er nog tien veehouders op de reservelijst.’
Volgens Oskam en Fije Visscher, kalverhouder in Nijkerk en lid van de LTO-vakgroep Vleeskalverhouderij, zijn beide sectoren serieus met hun vak bezig. ‘Maar eigenlijk weten we bijzonder weinig van elkaar. Dit leidde tot het opzetten van het netwerk. Het is een praktisch netwerk, waarbij we het kalf volgen vanaf de geboorte tot aan de slacht.’
De melkveehouders en kalverhouders wisselen kennis en data uit. ‘Daarnaast is er kennisuitwisseling met onderzoek, dierenarts en praktijk met betrekking tot onder andere dierziekten, biestmanagement, transport, voeding, mesten en de slacht. In de eerste bijeenkomst is ook flink aandacht besteed aan biestmanagement van de melkveehouder.’
Volgens Oskam zijn er nog zaken te verbeteren. ‘Op het gebied van biestmanagement, diarree en luchtwegproblemen is er op sommige bedrijven zeker nog wat te behalen. Maar communicatie tussen de sectoren is voor ons ook heel belangrijk. Dus van elkaar leren waarom beide sectoren dingen anders doen en ook uitspreken hoe we sommige processen kunnen verbeteren. Bijvoorbeeld hoe en wat je een kalf te drinken geeft voordat het op transport gaat.’
Daarnaast willen vleeskalverhouders graag weten welke behandelingen een kalf heeft gehad voordat het het melkveebedrijf heeft verlaten.
Bij gebruik van een biestmeter blijkt dat het gehalte aan immuunglobulinen niet altijd goed is. Denkavit raadt melkveehouders aan om kalveren van drie tot vijf dagen oud te testen op het gehalte aan immuunglobulinen om te kijken of ze voldoende biest krijgen verstrekt.

Transportstress

Of vleeskalverhouders vinden dat melkveehouders hun kalveren te snel wegdoen naar de kalverhouderij - bijvoorbeeld dieren die nog niet goed kunnen drinken - kan Lisanne Oskam niet aangeven. ‘Alles is bespreekbaar. Er zijn zeker verbeterpunten. Maar daar kom je vooral achter door met elkaar in gesprek te gaan en op elkaars bedrijven te kijken.’ Zo kwam ook het gewicht van een afgeleverd kalf aan de orde tijdens de bijeenkomst op de kalververzamelplaats.
De vraag wat het effect is van transportstress op kalveren vindt Oskam lastig te beantwoorden. ‘Naar mijn idee moet daar nog veel onderzoek naar worden gedaan.’
Visscher vult aan: ‘Transportstress wordt onderschat, maar is bijna niet te voorkomen. De mate van stress is ook erg afhankelijk van onder andere rijgedrag, omstandigheden in de vrachtwagen, beladingsgraad en klimaat.’

Bekijk meer over:

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer