GreenFerm wil 350.000 ton verwerken

René LuijmesVeehouders kunnen zich al vanaf 1 januari van dit jaar inschrijven voor het mestverwerkingsinitiatief. De omgevingsvergunningen voor milieu en bouwen zijn vorige week vrijdag aangevraagd. Na afgifte van de vergunningen kan de bouw beginnen.
‘Dit is afhankelijk van wanneer we de vergunningen ontvangen. We hopen in september te starten’, zegt Gerhard van de Lagemaat van GreenFerm. De fabriek gaat dan in het eerste kwartaal van 2016 draaien.
GreenFerm wil in Apeldoorn jaarlijks circa 350.000 ton mest verwerken. ‘Circa 300.000 ton is voldoende om te kunnen beginnen. Tot nu toe is voor circa 30.000 kuub mest ingeschreven. Om te kunnen starten moet er wel voldoende perspectief zijn om 350.000 ton mest te contracteren.’
Het bedrijf wil drijfmest van rundvee, rosékalveren, zeugen en vleesvarkens verwerken. ‘In overleg kunnen dit ook andere meststromen zijn, maar dit moet passen binnen de bedrijfsvoering. Gemikt wordt op mest van 5 tot 12 procent droge stof.’
Veehouders die zich hebben ingeschreven, betalen een eenmalige in-leg van 1 euro per ton mest. Hierbij geldt het aantal tonnen mest voor het eerste jaar van inschrijving. Ze leggen 0,50 euro per ton bij inschrijving in. Als de vergunningen voor de fabriek rond zijn, betalen ze de overige 0,50 euro. GreenFerm brengt de eenmalige inleg in het eerste leveringsjaar in mindering op de aanvoerprijs.
De verwerkingsprijs is gebaseerd op een poortgeld van 11 euro per ton mest. Dit is exclusief transport, monstername/analyse, administratie bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de weging.
GreenFerm gaat met aanvoercontracten werken. De verwerker stelt geen eisen aan het stikstof- en fosfaatgehalte. Wel moet het percentage droge stof van de mest minimaal v5 procent zijn. Als dit lager is, wordt overlegd of dit binnen het proces past. Dit is vooral afhankelijk van de hoeveelheid. De mestverwerkingsovereenkomst geldt voor tien jaar.
GreenFerm wil bij voorkeur mest uit de regio. ‘Dit is voor de veehouder voordelig en positief voor de reductie van de CO2-uitstoot door het transport.’ Er geldt geen maximale afstand. ‘Ook leveranciers van buiten de regio kunnen zich inschrijven. Een veehouder op 30 kilometer afstand betaalt 15,55 euro per ton mest.’
Als een veehouder meer dan 30 procent van het overschot van zijn bedrijf levert, ontstaan er vervangende verwerkingsovereenkomsten (VVO’s). GreenFerm verhandelt deze overeenkomsten en verrekent ze met het mestverwerkingstarief.
‘De opbrengst vloeit voor 100 procent terug naar de veehouders en wordt in mindering gebracht op de jaarafrekening. Een veehouder zal dan per ton mest ook minder betalen dan 15,55 euro.’ Dit is vooral aantrekkelijk voor varkenshouders, gezien het hogere fosfaatgehalte.

Bewezen technieken

GreenFerm wil in de eerste fabriek bewezen technieken gebruiken. De drijfmest gaat door een schroefvijzelpers, waarbij dunne en dikke fractie vrijkomen. De dunne fractie wordt nogmaals gescheiden door een zeefbandpers. De dikke fractie uit de schroefvijzelpers en de zeefbandpers wordt gehygiëniseerd met een Veenhuis trommelschudder. Dit is om bacteriën en ziektekiemen te doden, zodat de fractie exportwaardig is.
‘We verpakken de dikke fractie in zakken van verschillend formaat. De dikke fractie wordt voor 0 euro per ton opgehaald. De afnemer zet dit af op de particuliere en zakelijke markt in Europa. We delen 50 procent van de winst met de veehouders.’
Door de bijdrage van LTO aan de mestverwerkingsovereenkomsten van GreenFerm krijgen LTO-leden 10 procent extra winstdeling op de dikke fractie.
De vrijgekomen dunne fractie uit de zeefbandpers wordt gezuiverd door een bioreactor. Het vrijkomende effluent gaat op het riool.