Grondgebondenheid geregeld

Grondgebondenheid+geregeld
© Twan Wiermans

De regeling was lang verwacht, maar kwam afgelopen maandag dan toch bovendrijven. Naar verluidt na een pittige strijd tussen politieke partijen. Maar staatssecretaris Sharon Dijksma (EZ) heeft er toch een compromis uit weten te slepen.
Er is besloten dat er een gestaffeld systeem komt voor het verwerken van mest voor melkveebedrijven met een fosfaatoverschot. Daarmee moet de grondgebondenheid van de melkveesector gewaarborgd blijven.
Belangrijk is de toename van fosfaat op een melkveebedrijf bij groei na 2014. Bedrijven die groeien ten opzichte van 2014 moeten (een deel van) de extra geproduceerde fosfaat verwerken.
Melkveebedrijven met een overschot van minder dan 20 kilo per hectare mogen bij uitbreiding de extra fosfaatproductie geheel verwerken. Daar is dus geen uitbreiding in areaal voor nodig. Belangrijk is wel dat alleen de grond telt die wordt opgegeven in de Gecombineerde opgave.
Het regime is anders voor bedrijven met een fosfaatoverschot van boven de 20 kilo per hectare. Bedrijven met een fosfaatoverschot tussen de 20 en 50 kilo per hectare moeten bij uitbreiding ten opzichte van vorig jaar 25 procent van de extra fosfaatproductie op extra grond binnen het eigen bedrijf kunnen gebruiken.
Dat betekent dat deze bedrijven maximaal 75 procent van de extra geproduceerde fosfaat mogen verwerken. Volgens Dijksma zijn dit zo’n 15 procent van de melkveebedrijven.
Dan is er nog een laatste categorie. Dat zijn de bedrijven met een fosfaatoverschot van meer dan 50 kilo per hectare. Als deze bedrijven groeien ten opzichte van 2014 moeten ze 50 procent van hun extra geproduceerde fosfaat op eigen grond kunnen gebruiken. Voor de andere helft moeten ze extra land verwerven. Dit geldt voor zo’n 10 procent van de melkveebedrijven.
‘De meest intensieve bedrijven moeten bij uitbreiding over de meeste extra grond beschikken’, zegt Dijksma. Melkveehouders die door uitbreiding extra fosfaat produceren, moeten jaarlijks aantonen dat ze over voldoende grond beschikken om ten minste een deel van de extra fosfaat binnen het bedrijf te kunnen gebruiken.
De AMvB treedt in werking op1 januari 2016, meldt Dijksma. Eventuele toename van fosfaatproductie in 2015 is niet uitgezonderd van de verplichtingen die in de AMvB staan. ‘Toename van de fosfaatproductie in 2015 moet vanaf 2016 ook verantwoord worden volgens de AMvB.’
Bedrijven die voor 7 november 2014 al aantoonbaar financiële verplichtingen zijn aangegaan voor het verwerken van hun gehele fosfaatoverschot, mogen dat overschot voor de duur van de daartoe afgesloten overeenkomst laten verwerken.

Vragen

Naar verwachting zal een brede coalitie in de Tweede Kamer dit voorstel steunen. De coalitiepartners VVD en PvdA zijn er in ieder geval tevreden mee. VVD vindt het ‘een evenwichtig verhaal waar boeren mee vooruit kunnen’. PvdA is blij dat ‘verdere industrialisering van de melkveesector wordt voorkomen’.
CDA, D66, CU en SGP vinden het belangrijk dat er een besluit is, maar hebben nog vragen. CDA wil een analyse van de knelgevallen en een steunpunt voor boeren voor wie een oplossing moet worden gevonden.
CU wil weten of er ook mogelijkheden zijn om regionale afzet van mest via mestplaatsingsovereenkomsten in mindering te brengen op het fosfaatoverschot.
SGP vraagt zich af er rekening wordt gehouden met bedrijven die in 2014 door stallenbouw financiële verplichtingen zijn aangegaan en wat Dijksma gaat doen met regionale voer-mestkringlopen.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    10° / 3°
    50 %
  • Donderdag
    10° / 2°
    20 %
  • Vrijdag
    11° / 4°
    70 %
Meer weer