Platteland maakt ’t verschil

Het is verleidelijk om in te gaan op de ontwikkelingen in politiek Den Haag, maar dat wilde ik maar eens niet doen. Het is voor ons, boeren en tuinders, in de aanloop naar de Statenverkiezingen vele malen interessanter om de regionale politici te interesseren voor onze duurzaamheidsagenda, hen te verbinden aan onze rol in de leefbaarheidsdiscussie en de samenleving te winnen voor ons verhaal over economie en werkgelegenheid. Land- en tuinbouw is tenslotte de onmisbare schakel in economie en samenleving.
Op 18 maart gaat het primair om onze regionale parlementen en om het bestuur van de vijf waterschappen in ons werkgebied. We hebben na de verkiezingen van 18 maart qua samenstelling in ons werkgebied acht nieuwe parlementen en besturen die over het buitengebied gaan. In mei zien we die nieuwe verhoudingen terug in de Eerste Kamer, waardoor ons stemgedrag ook de Haagse politieke context beïnvloedt.
In de peilingen doen lokale partijen het erg goed, en dat is interessant. Het geluid van dichtbij, de betrokkenheid van burgers op hun omgeving! Maar wat dat betekent voor de samenstelling van de colleges van Gedeputeerde Staten in Middelburg, Arnhem en Den Bosch, die van oudsher bestaan uit twee of drie grote landelijke partijen die om de vier jaar stuivertje wisselen? Dat is speculeren, maar wel spannend.
Als we naar de opkomst kijken, zagen we dat nauwelijks de helft van de kiesgerechtigden zijn stem uitbracht. Dat zal in de steden dit keer nog lager zijn. Daarmee, veronachtzaam dat niet, neemt het relatieve belang van de ‘plattelandsstemmen’ toe.
Op het platteland is de opkomst traditioneel hoger. Als alle boeren en tuinders en hun gezinsleden gaan stemmen, zal hun stem nog zwaarder wegen. Dan zou het zomaar kunnen dat ook in de nieuwe Provinciale Staten de kracht van het platteland zichtbaar wordt en dat de kleur van de colleges van GS verandert.
Het platteland gaat het verschil maken. Succes met uw keuze.

Hans Huijbers