‘Een ei is een natuurlijk wonder’

In de zoektocht naar de toekomstige ontwikkeling van zijn bedrijf schakelde Jos Nelissen zo’n twintig jaar geleden Wageningen Universiteit in. De oriëntatie richtte zich in eerste instantie op een andere manier van eieren produceren. Vervolgens onderzocht Wageningen UR via een literatuurstudie de mogelijkheden om waarde toe te voegen aan eieren.
In 2002 keek het bedrijf, samen met de Universiteit van Maastricht (UM), ook naar verschillende bestanddelen van het ei met een mogelijk effect op de gezondheid van mensen.

Hart- en vaatziekten

Het onderzoeksinstituut Food & Biobased Research (FBR) van Wageningen UR en het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) vonden bijvoorbeeld dat een ei stoffen bevat die goed zijn tegen hart- en vaatziekten. Uit het eiwit worden met behulp van enzymen fracties uit de aminozuurketens ’geknipt’, waardoor peptiden overblijven.
Deze bioactieve peptiden kunnen een bijzondere werking hebben als ze in de bloedbaan terechtkomen. Daar zorgen ze bijvoorbeeld voor een goede bloeddruk en gezonde bloedvaten en remmen ze de gevolgen van diabetes type 2.
Omdat het onder de gezondheidsclaim wetgeving valt, maakt dit product nu een langdurig testtraject door. ‘Na veel succesvolle dierstudies wordt het nu op mensen uitgetest’, geeft Nelissen aan. Ook dat lijkt goed. Bij een goede afronding van de verschillende tests verwachten we dit product over anderhalf tot twee jaar op de markt te kunnen brengen.’
Ondertussen is de ondernemer verder gaan kijken. Samen met de Universiteit van Maastricht werd Macuview ontwikkeld. Dit product is een voedingssupplement dat de oogziekte macula degeneratie bij ouderen kan remmen.
‘Het supplement bevat carotenoïden, stoffen die vroeger in het ei zaten om de dooier te kleuren. Het is ook te vinden in onder meer groene bladgroenten en het afrikaantje. Tegenwoordig zorgen kunstmatige stoffen in het voer voor de juiste dooier-kleur. Wij voegen de natuurlijke stoffen weer toe aan het voer om deze in het ei te krijgen’, vertelt Nelissen, die iedere zondag dienst heeft op het pluimveebedrijf.

Cruciale rol kip

De kip speelt vervolgens een cruciale rol, omdat ze deze stof bindt aan het vet in de dooier. ‘Doordat deze carotenoïden oplossen in water, worden ze vaak nauwelijks in het lichaam opgenomen. Gebonden aan het vet van de dooier is de opneembaarheid vijf tot zes keer hoger dan via bijvoorbeeld groenten en speciale supplementen.’
Vooralsnog worden de eieren voor dit product op het bedrijf van Nelissen zelf geproduceerd. Een eiverwerker gaat er verder mee aan de slag, onder meer door het te mengen met karnemelk en zoetstof tot een drankje. Vervolgens wordt het gedroogd en in zakjes verkocht. De afnemers vonden een zakje het gemakkelijkst om mee te nemen.
Voor ieder zakje is grofweg één ei nodig. Mensen met macula degeneratie moeten dagelijks één zakje nuttigen. Ook dit product valt onder de wetgeving voor gezondheidsclaims, waardoor er veel onderzoek nodig is.
Inmiddels is het product alweer negen maanden in Nederland te koop. ‘In ons land zijn 130.000 mensen gediagnostiseerd met deze aandoening, terwijl zes tot zeven keer zoveel mensen risico lopen op deze ziekte. De ziekte komt vooral bij westerlingen voor.’
Newtricious is ook in gesprek met afnemers uit andere landen in Europa en de Verenigde Staten. ‘Wanneer je een gezondheidsclaim op voeding legt, dan moet je die ook waarmaken. De Europese regels zijn het strengst. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld geldt weer een andere regelgeving.’
Nelissen is nog altijd enthousiast over dit product. ‘Het mooie is dat je zo mensen kunt helpen bij een aandoening waar geen medicijn tegen is. Dat geeft enorm veel voldoening. Bijzonder dat dit kan met een ei.’
Uit onderzoeken blijkt dat ei nog veel meer mogelijkheden op gezondheidsgebied heeft, geeft Nelissen aan. ‘Wij hebben ons enkel op ooggezondheid en cardiovasculaire gezondheid gericht.’

Extra kippen

Bij een verdere groei van Newtricious denkt Nelissen dat de eigen 130.000 kippen onvoldoende zijn voor de productie van de voedingssupplementen. Een pakstation is ingeschakeld om eventueel andere ondernemers te benaderen. ‘We zijn zelf een relatief klein bedrijf en we hebben samenwerking nodig. Ieder bedrijf heeft zijn competenties en levert zo een bijdrage aan deze ontwikkeling’, vertelt Nelissen.
Rest de vraag of Nelissen over vijf jaar nog een pluimveebedrijf heeft? Hij glimlacht: ‘Op dit moment zijn beide bedrijven soms lastig te combineren. Aan de andere kant zijn ons pluimveebedrijf en Newtricious eigenlijk niet los van elkaar zijn te zien. Bovendien vind ik het heerlijk om af en toe door de stal te lopen. Dat raak je als pluimveehouder nooit kwijt, denk ik. Ik geniet van de kippen.’