‘Aanpak knolcyperus moeilijker’

Aanscherping van de regels voor toepassing van metam-natrium om besmetting met knolcyperus tegen te gaan maakt het middel veel minder effectief. Bert Waterink van Productschap Akkerbouw luidt de noodklok.

René BouwmeesterKnolcyperus is een hardnekkig onkruid dat een bedreiging vormt voor de boomteelt, bollen en pootaardappelen. De knolletjes kunnen via grond aan bijvoorbeeld bollen, pootgoed, wortels of machines blijven plakken. Wanneer dit onopgemerkt blijft, verspreidt het onkruid zich. Die knollen, ook wel pitjes genoemd, ontkiemen bij een relatief hoge temperatuur en kunnen jaren onopgemerkt in de grond zitten.
Op percelen waar knolcyperus wordt aangetroffen, geldt een teeltverbod. Dit staat in een verordening van het Productschap Akkerbouw. Daarnaast is de eigenaar of gebruiker verplicht om het onkruid te bestrijden en verspreiding via machines en werktuigen te voorkomen. Jaarlijks worden alle besmette percelen geïnspecteerd. Als drie jaar achtereen geen besmetting is aangetroffen, wordt het teeltverbod opgeheven. Export van producten met besmetting van knolcyperus is uit den boze.

99,9 procent

De bestrijding van Knolcyperus is lastig, zegt Bert Waterink, die bij het Productschap Akkerbouw het meldpunt voor knolcyperusbesmetting beheert. Herbiciden werken matig.
Natte grondontsmetting is de enige methode waarmee knolcyperus effectief tegen te gaan is, stelt Waterink. Hierbij wordt metam-natrium in de grond gebracht. In de grond reageert het middel met water zodat een gas ontstaat. Bij voldoende hoge dosering is dit gas dodelijk voor plantenzaden. Nadat het middel is ingebracht, wordt de grond gerold, zodat het gas in de bodem blijft om de werking te verlengen.
Bij proeven van het Productschap Akkerbouw is met deze wijze van bestrijding een resultaat van 99,9 procent bestrijding behaald. Dit resultaat is noodzakelijk omdat het middel eens in de vijf jaar mag worden toegepast.
Maar deze toepassing van metam-natrium staat onder druk. Dit jaar zijn de regels aangescherpt. Zo moet de grond worden afgedekt met zwarte folie waardoor ze sneller opwarmt zodat de pitjes ontkiemen en afsterven. Verder gelden strengere regels ten aanzien van de maximale behandelde oppervlakte, de diepte van inbrengen en de afstand tot huizen, kantoren en scholen.
Deze nieuwe regels maken de inzet van het middel minder effectief, denkt Waterink. Hij vermoedt dat grondontsmetting van een klein deel van het perceel en het afdekken van de grond een kostbare zaak wordt. ‘Loonwerkers investeren misschien niet in de machines om deze behandeling uit te voeren, omdat ze het niet rendabel kunnen maken.’
Daarnaast wordt het middel herbeoordeeld. Waterink verwacht dat de maximale toegestane dosering naar beneden gaat. ‘Daarmee is natte grondontsmetting met metam-natrium geen optie om tegen knolcyperus te gebruiken. Voor bestrijding hebben we 700 liter per hectare nodig. 300 liter per hectare is geen methode waar we iets mee kunnen bereiken.’
De aanscherping van de regels maakt het middel eigenlijk onbruikbaar om in te zetten tegen knolcyperus, waarschuwt Waterink.

Toename

Een goed middel tegen knolcyperus is juist noodzakelijk, denkt Waterink. Hij houdt bij waar besmettingen plaatsvinden en een teeltverbod geldt. Besmettingen komen over het hele land voor, met een hoger aantal meldingen in Zuidoost-Nederland en de bollenstreek.
De laatste twee jaar signaleert Waterink een toename. ‘Dat relateer ik aan het weer. Als het voorjaar droog of koel is, zoals dit jaar, werken de herbiciden minder goed. Deze stijging geeft aan dat het probleem nog niet is getackeld.’
Zonder natte grondontsmetting met metam-natrium wordt het probleem steeds groter, vreest Waterink. ‘We raken het belangrijkste middel kwijt om zware besmettingen te reduceren. Dat gaan we niet met herbiciden redden, want dan zijn we jaren bezig. En tien jaar herbiciden gebruiken, daar wordt het milieu ook niet beter van.’
Hij vervolgt: ‘Metam-natrium is een zwaar middel, maar kan in één keer effectief zijn. Het is de vraag: wat wil je als maatschappij? Eén keer een zwaar middel of herhaalde bespuitingen?’
Waterink pleit dan ook voor een lichter regiem voor de toepassing van metam-natrium op knolcyperus.
De bevindingen van Waterink worden in grote lijnen gedeeld door specialisten van andere organisaties. Sjef Crijns, gewasbeschermingsspecia-list van DLV-plant en actief in Zuidoost-Nederland, ziet metam-natrium vooral als laatste middel. ‘De kunst is altijd om van de volledige besmetting af te komen. Metam-natrium was tot nu toe altijd een goede laatste mogelijkheid.’
Collega’s van Crijns noemen onder meer glyfosaat en Dual Gold als alternatieve middelen in de bijvoorbeeld de maïsteelt. Ook gras zaaien en het gewas uitmergelen worden genoemd. De DLV-teeltadviseurs geven overigens aan weinig besmetting met knolcyperus tegen te komen.
Jaap van Wenum, gewasbeschermingsspecialist bij LTO Nederland, ziet weinig alternatieven. ‘De besmette grond in een diep gat wegstoppen kan alleen als de besmetting in een klein hoekje van het perceel zit. We hebben dus wel een probleem als metam-natrium wegvalt.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 4°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer