‘Consument moet weiden betalen’

Brus heeft een grote huiskavel, maar de vochtige veeweidegrond leent zich amper voor weidegang. Ook zijn de lange, smalle percelen niet ideaal. De resultaten kwamen onder druk. Bij de start van de zomer daalde de melkproductie, terwijl de voerkosten stegen.
‘Het is aan iedere ondernemer om zelf een afweging te maken’, zegt Brus. ‘Voor mijn bedrijf is summerfeeding, waarbij de koeien jaarrond kuil krijgen, de meest interessante optie. Het vele inkuilen zorgt weliswaar voor hogere loonwerkkosten, het gaat er uiteindelijk om wat je onder de streep overhoudt. Daarbij komt dat bij weidegang de extra arbeid vaak niet wordt meegeteld’, stelt hij.

Liever binnen

De melkveehouder denkt verder dat koeien liever binnen blijven dan dat ze in de weide lopen. ‘Alleen in de eerste dagen van het voorjaar, tijdens de doldwaze koeiendagen van Campina, rennen de koeien naar buiten. Na enkele dagen is die weidedrang al een stuk minder. Bij een goede ligboxenstal blijft 70 tot 80 procent van de melkkoeien liever binnen.’
Volgens Brus kiest de hoogproductieve melkkoe de plek waar het best vertoeven is. Weidegang is op veel dagen zelfs minder goed voor de gezondheid, weet hij.
‘Hoogproductieve koeien krijgen bij 20 graden Celsius en een bepaalde luchtvochtigheid al last van hittestress. Ook hier geldt dat voldoende ventilatie een must is. In de stal heb ik het klimaat beter in de hand’, legt de ondernemer uit.
Brus kiest ook om andere reden voor het opstallen van zijn 75 koeien. ‘Ik heb altijd schoon gras, zonder mestresten. Ook hebben de dieren altijd een constant rantsoen, waarin ik beter kan sturen, en kan ik de mest beter en efficiënter plaatsen. Verder is in de stal vers water in de buurt’, somt de melkveehouder enkele voordelen op.
Brus vindt het overigens niet erg dat bij sommige melkveehouders weidegang wordt beloond. ‘Wanneer een melkfabriek als FrieslandCampina daar geld voor over heeft, ook om het imago, dan is dat prima. Het is alleen jammer dat opstallers hiervoor worden gekort. Eigenlijk zou de consument dit moeten betalen, door extra geld over te hebben voor melk van koeien uit de wei.’
Ook vindt de melkveehouder 1 cent extra voor hem wat weinig. Hij vindt het lastig om aan te geven hoeveel die meerprijs moet zijn. ‘Dan moet ik bedrijfsfactoren op geld zetten. Waarschijnlijk komt dat rond de 3 à 4 cent.’
Een verbod op opstallen is volgens Brus een doemscenario. ‘De overheid moet niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten. Laat de melkveehouder zelf de keuze voor eventuele weidegang maken op basis van argumenten. Weidegang of opstallen, het moet ondernemerskeuze blijven.’