Droogte rem op groei en rooien

Nieuws 20 sep 2014 om 12:00uur

Telers in het zuidwestelijke kleigebied hebben last van droogte en scherpe kluiten bij het rooien. In andere delen van het land beschadigen knollen bij rooiwerk.

Jorg TönjesMaandag meldde Harry Schreuder uit Swifterbant op zijn internetpagina Harrysfarm dat hij knollen na het rooien had laten onderzoeken bij APF Holland in Dronten. Daar werden de rooibeschadigingen en stootplekken op de knollen goed zichtbaar. Schreuder ging na beregenen pas weer verder.
Telers elders valt het op hoe schoon de rooier blijft. Maar voor goed rooiwerk moet er voldoende grond door de rooier gaan.
In Noord-Holland kon voorzichtig gerooid worden. Voor het gebied langs de Waddenkust was dat ook zo. DLV-akkerbouwspecialist Wyncko Tonckens noemt de droogte wel een aandachtspunt. Tonckens en teeltadviseur Luc Remijn van DLV Plant in Zuidwest-Nederland hopen op een buitje in het weekend. Ze denken dat 10 tot 15 millimeter water veel goed kan doen voor de scherpe bovengrond. Remijn is wel blij dat pootgoed en uien in de zuidwestelijke gebieden onder mooie omstandigheden binnengereden zijn

15 Millimeter

DLV Plant-adviseur Laurens Persoon zegt dat telers in Flevoland moeten kiezen tussen beregen of wachten met rooien. ‘Tot vorige week woensdag en donderdag ging het goed. Na één beregening van 15 millimeter kan je gewoon rooien. Iedereen wacht op regen, ook voor het rooien van de bieten is dat goed.’ Telers die een groot areaal moeten binnenhalen kunnen soms niet uitstellen.
Persoon noemt de droge bovenlaag van de grond ‘wreed’. De grond valt uiteen in droge scherpe kluiten die voor beschadiging zorgen.
In Groningen en Friesland rooien akkerbouwers wel volgens Tonckens. Hij zegt dat goede afstelling van de rooier en beperken van de valhoogte veel ellende voorkomt. ‘Het is zeker goed om een paar dagen na het rooien de knollen te controleren op blauw.’ De noordelijke teeltadviseur zegt dat een aantal telers om een andere reden de rooiwerkzaamheden onderbraken: de aanwezigheid van moederknollen.
De droogte betekent voor gewassen dat ze niet verder groeien. DLV-adviseur Christoffel den Herder raadt peentelers daarom aan om het gewas met beregening aan de groei te houden en de peen goed te laten vullen. De peen is vroeger oogstbaar dan anders en Den Herder verwacht dat temperaturen nog relatief hoog zullen zijn bij het inschuren.
De slechte structuur van de grond is trouwens vooral een gevolg van het uitblijven van vorst in de winter.