Scholten: ‘Je bent veel flexibeler’

Als de Achterhoeker, die 120 melkkoeien houdt, de grond aan zijn bedrijf zou toevoegen, zou hij in de knel komen met zijn derogatie van - toen nog - 70 procent grasland en 30 procent bouwland en het mogen benutten van 250 kilo stikstof uit dierlijke mest per hectare. ‘Derogatie was dus de beperkende factor.’
Om hierop in te spelen begon Scholten op papier een akkerbouwbedrijf. Hij vulde het melkveebedrijf op met de minimale hoeveelheid van 70 procent gras en bracht de gerst- en maïsteelt onder in het akkerbouwbedrijf. Daardoor kan hij de grond nu zes jaar pachten zonder dat dit gevolgen heeft voor de hoeveelheid maïs. Ook de 5 hectare kruidenrijk grasland - hooguit 5 ton opbrengst per hectare - is erin onder gebracht.
Het opzetten van de akkerbouwtak bleek dit jaar voordeel te bieden, toen de derogatie werd veranderd in 80 procent grasland en 20 procent bouwland en de lagere 230 kilo stikstof uit dierlijke mest per hectare. Ook nu kon hij snel 10 hectare snijmaïs onderbrengen bij het akkerbouwdeel. ‘Zo kun je het maximale eruit halen voor derogatie.’
Scholten hoeft geen extra maïs aan te kopen, waarvan de vraag is hoe duur die op termijn zal zijn. ‘Die wordt niet goedkoper.’
De ondernemer heeft nu in totaal 83 hectare grond in gebruik; 22 hectare is maïs, waarvan een deel onder de akkerbouwtak valt. Daarnaast heeft hij 9 hectare gerst, 5 hectare kruidenrijk grasland en 47 hectare grasland. 32 procent van het areaal gras/maïs is nu maïs. Dit zou bij de huidige derogatie 20 procent zijn of hij moet terug naar 170 kilo stikstof per hectare.
Scholten voert gras en maïs in de verhouding 55-45 procent, aangevuld met een eiwitmengsel. Minder maïs strookt voedingstechnisch, qua energie, minder. De productie bedroeg in 2013 7.709 kilo met 4,74 procent vet en 3,65 procent eiwit. Het ureumgetal is 21. De stikstofbenutting is 29 procent.

Overname rechten

Punt is dat de melkveehouder bij het starten van een akkerbouwbedrijf de betalingsrechten van de toeslag zeker moet stellen. ‘Het is de vraag hoe het ministerie van Economische Zaken hiermee omgaat. Dat moet je goed in de gaten houden’, tipt Scholten. ‘We hebben alle rechten overgenomen van de pachtgrond.’
Scholten moest een tweede DR-nummer hebben van Dienst Regelingen (DR) voor het akkerbouwbedrijf. Hij had deze nog, doordat hij voorheen heeft meegedaan aan de jongeboerenregeling. Hij schreef het akkerbouwbedrijf in bij de Kamer van Koophandel en moet de perceelsregistratie doorgeven. Ook fiscaal gezien zijn het twee bedrijven.
‘Flexibiliteit binnen het bedrijf is heel belangrijk’, doelt de Winterswijker op het snel kunnen inspelen op onverwachte maatregelen van de in zijn ogen verdeel- en heersregelgeving van de overheid. Naast het telen van meer maïs kan hij de mest beter benutten door een betere verdeling over de percelen. ‘Het is boer-boertransport waarbij je niet hoeft te bemonsteren’, stelt Scholten, die zelf de mest uitrijdt.
Enige voorwaarde van het akkerbouwbedrijf is dat de ondernemer één keer per drie jaar rooivruchten, in dit geval aardappelen, moet telen. Scholten denkt daarbij aan samenwerking met een akkerbouwer.

Krachtvoervervanger

Van het grasland teelt Scholten 6 hectare gras/klaver en voor het derde jaar 2,5 hectare gras met Engels raaigras/luzerne op esgrond. Dit laatste is een veldkavel en wordt alleen gemaaid. ‘De beworteling van luzerne is veel dieper en heeft geen last van verdroging.’
De vlinderbloemige zorgt voor een aanvulling op de stikstof uit kunstmest. ‘Kunstmest kan ik niet meer strooien, alleen nog drijfmest uitrijden in augustus’, doelt Scholten op de strenge stikstof- en fosfaatnormen.
Luzerne zorgt voor ruw eiwit en voor prik in het rantsoen en is tevens smakelijk. ‘Het is mooi spul in de hand, maar de VEM is niet zo hoog.’ Luzerne verdwijnt op de kopeinden door het berijden van het perceel. Engels raaigras blijft achter. Luzerne is niet te beweiden. De Achterhoeker schudt de luzerne maximaal één keer om het tere blad niet te verliezen.
Vorige week werd de 9 hectare gerst gedorst, aangezuurd en in een slurf geperst. Scholten voert een kilo per dag als krachtvoervervanger. Tot en met 2013 maakte het deel uit van de proef Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), waaraan 130 Winterswijkse boeren deelnamen. Scholten geeft aan dat de opbrengst van gerst niet op kan tegen die van maïs: ten hoogste 6 ton droge stof tegen gemiddeld 16 ton droge stof aan maïs per hectare.
De financiële bijdrage van de proef is verdwenen en daarmee ook een groot deel van de gewassen en bloemrijke akkerranden. ‘De biodiversiteit haal je daarmee niet. Daarvoor is de grond te duur.’ Daarnaast zijn het weer en de schaduwwerking van invloed op de opbrengst. Vorig jaar haalde Scholten gemiddeld 7 ton droge stof per hectare van zijn grasland in verband met de droogte; normaal is dit gemiddeld 9 ton.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer