Minder uitstoot ammoniak

Douwe KortingDat blijkt uit een actuele analyse door ZLTO van het provinciale Bestand Veehouderij Bedrijven (BVB). Daarin houden gemeenten bij welke bedrijven een vergunning hebben en hoeveel ammoniak ze volgens die vergunning mogen uitstoten.
Opgeteld mogen alle Brabantse veehouders 18,7 miljoen kilo ammoniak uitstoten. Volgens hun oude vergunningen mochten ze 23,8 miljoen kilo uitstoten. Het afgeven van nieuwe vergunningen en het moderniseren van agrarische bedrijven heeft de afgelopen jaren geleid tot een emissiereductie van 21 procent, ofwel ruim 5 miljoen kilo ammoniak.
De BVB bevat gegevens van in totaal ruim 15.000 Brabantse vergunningen. Een kleine 8.400 vergunningen (55 procent) laat een daling zien van de vergunde hoeveelheid ammoniak.
Voor Peter Brouwers, ZLTO-portefeuillehouder Milieu, zijn deze cijfers vooral een bevestiging van de lijn van ZLTO: elke vergunning is een kans. ‘Ervan uitgaande dat bedrijven zich ook ontwikkelen in lijn met de verleende vergunning.’ Volgens hem tonen de cijfers ook aan dat nieuwe, actuele vergunningen ondernemers stimuleren om duurzamer te gaan produceren. ‘Een actuele vergunning zet hen ertoe aan de nieuwste technieken toe te passen, te investeren in betere huisvesting en aan te sluiten bij maatschappelijke vragen en behoeften.’
Brouwers voelt zich gesterkt door de cijfers uit de BVB. ‘En ook al gelden die voor ammoniak, ik twijfel er niet aan dat de cijfers voor geur en fijnstof een soortgelijk beeld laten zien.’
Ze zouden ook een belangrijke rol moeten spelen in gebiedsprocessen, zoals nu de totstandkoming van de urgentiegebieden in Brabant. ‘Daar spelen veel emoties, maar feitelijke statistieken, zoals de BVB, spelen daarin vaak geen rol van betekenis.’

Acceptatiegraad

‘Vorige week nog was er in gemeente Reusel-de Mierden nog een discussie over de uitstoot. De teneur daar is dat er alleen maar meer overlast is. Terwijl de vergunde ammoniakuitstoot bewezen met 200.000 kilo ofwel 27 procent is afgenomen, holt de acceptatiegraad nog veel harder achteruit.’