Positieve reactie op Natuurwet

Jan van LiereDe wijzigingsvoorstellen zijn eind vorige week naar de Tweede Kamer gestuurd. De wet integreert de Natuurbeschermingswet, de Flora- en faunawet en de Boswet.
LTO-portefeuillehouder Omgevingsbeleid Siem Jan Schenk wijst naast de goede verwerking van de PAS ook op het feit dat oude natuurmonumenten verdwijnen. ‘Voor boeren in de buurt van deze gebieden is het dan niet langer nodig een Natuurbeschermingswet-vergunning aan te vragen als ze nieuwe activiteiten willen ondernemen rond deze gebieden. Een goede ontwikkeling, want het vermindert de administratieve lasten en het stimuleert ondernemerschap.’
LTO plaatst een kritische noot bij de term ‘bijzondere nationale natuurgebieden’, die in de nieuwe wet wordt geïntroduceerd. ‘Het lijkt erop dat het gaat om gebieden die voor de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-netwerk belangrijk zijn, maar die nog niet als zodanig zijn. Die gebieden krijgen hetzelfde beschermingsregime als Natura 2000-gebieden.’
Het rijk is bevoegd de gebieden aan te wijzen. Voor LTO is het nog onduidelijk of dat in uitzonderingsgevallen zal gebeuren of dat het gaat om een structurele toevoeging van gebieden die onder het Natura 2000-regime vallen. ‘Is er vanuit de Europese richtlijn geen noodzaak tot het aanwijzen van bijzondere nationale natuurgebieden, dan moet het beschermingsregime van Natura 2000 niet voor deze gebieden gelden’, stelt Schenk.
Bij het planmatig aanpakken van het faunabeheer plaatst LTO ook vraagtekens. Voor alle diersoorten die op de landelijke lijst van jacht staan, moet de Faunabeheereenheid een plan opstellen. LTO Nederland ziet daarin geen toegevoegde waarde.
‘Belangrijk is dat er een goed beheer kan worden gevoerd waarin preventieve schadebestrijding door onder meer jacht mogelijk is. De voorgestelde wetgeving is hierover niet duidelijk. Wel leidt het voorstel tot meer bureaucratie’, oordeelt Schenk.