Studie toont mestgebruik in steentijd aan

De afgelopen jaren besteedde het onderzoeksteam veel tijd aan onderzoek naar het dieet van de bewoners in de steentijd in Falköping. Door onkruidzaden en granen te analyseren is er volgens de wetenschappers veel te leren over hoe het boerenbedrijf er destijds uitzag.

Voedselresten

Ook verzamelden de onderzoekers botmateriaal van vee en vijfduizend jaar oude voedselresten, waaronder resten van koeien, varkens en schapen. Door de botten van de dieren te bestuderen, is bijvoorbeeld uit te vinden waar de dieren opgroeiden, wat weer informatie geeft over hoe de handelslijnen liepen.

Uit onderzoeksresultaten van de gevonden overblijfselen van het gerst en de tarwe blijkt dat er verhoogde concentraties van het zeldzame stikstofisotoop N15 inzitten.

Dergelijke hogere concentraties kunnen aangeven dat er extra meststoffen zijn gebruikt in het gebied. In normale grond opgegroeide granen zouden een lagere concentratie N15 moeten hebben.

Belangrijk

Een vergelijking met onkruidzaden moet aantonen of het vermoeden inderdaad klopt. Deze vondst is belangrijk omdat het aantoont dat mensen al heel lang bezig zijn met het bewust bemesten van het land.