Familiebedrijf kan groeien

400 Melkkoeien, 900 zeugen of 200.000 vleeskuikens. Die maat past bij een modern gezinsbedrijf in de Nederlandse veehouderij. 'Dat zijn aantallen waar 1of 2 gezinnen een boterham aan kan verdienen', stelt Bleker. 'Als de bedrijven voldoen aan de moderne milieu- en dierenwelzijneisen dan past dat goed op het Nederlandse platteland.'

Het overgrote deel van de Nederlandse veehouders heeft dergelijke aantallen nog lang niet bereikt. 'Dat biedt gezinsbedrijven de mogelijkheid zich te ontwikkelen', zegt Bleker. Het is aan de provincies en gemeenten om te bepalen of de groei van het bedrijf past in het bestemmingsplan.

Excessen

Ondernemers die bedrijven met 2000 koeien of een miljoen vleeskuikens willen neerzetten, kunnen dat beter in het buitenland doen, vindt Bleker. Om excessen tegen te gaan, wordt er een wettelijke bepaling gecreëerd. Hoe dat in de praktijk uitpakt, moet nog verder worden uitgewerkt. Nederland is met een dergelijk bepaling wel de enige in Europa.

Bleker vraagt de lokale overheden om niet mee te werken aan aanvragen voor grote stallen waarbij wijzigingen in het bestemmingsplan nodig zijn. Inpassing van de bedrijven in het landschap is een belangrijke verantwoordelijk van de ondernemers zelf, blijkt uit de visie.