'Bovenover en ondiep ploegen waar dat mogelijk is'

Op dit deel van de kavel zijn het afgelopen jaar doperwten verbouwd, waarna een groenbemestermengsel met onder andere bladrammenas is ingezaaid. Deze heeft zich goed ontwikkeld. Met een klepelmaaier voorop de trekker wordt de groenbemester eerst verkleind. Dit zorgt ervoor dat de bovenlaag extra nat en glibberig is, waardoor de 180 pk John Deere-trekker moeite heeft om voldoende grip te krijgen. Dit ondanks dat de bandenspanning op slechts 0,6 bar staat.

Na een rondje ploegen wordt dan ook besloten om niet verder te gaan, maar met een 'traditionele' ploeg in de voor te ploegen. De grondsoort op dit perceel is iets zwaardere kleigrond, waardoor de akkerbouwer graag voor het nieuwe jaar wil ploegen. Op een ander deel van de kavel stond witlof, waarna bovenover ploegen sowieso geen optie voor hem is.

Positief over mogelijkheden ecoploeg

Ondanks deze kleine tegenvaller blijft Koetsenruijter positief over de mogelijkheden die het ecoploegen biedt. Samen met zijn broer Tim runt hij een akkerbouwbedrijf met zowel gangbare als biologische teelt. 'De filosofie is om zoveel mogelijk bovenover te rijden en ondieper te ploegen op ons bedrijf', legt hij uit.

'Daarbij kijken we wel naar de mate van verdichting op het perceel, de voorvrucht en teelt voor volgend jaar. We hebben eveneens goede ervaringen met niet-kerende grondbewerking op ons bedrijf. De groenbemester klepelen we dan in de winter of het vroege voorjaar, waarna er wordt gefreesd en gepoot. Voor bijvoorbeeld aardappelen werkt dat prima, want de resten van groenbemesters zijn hier geen probleem', vertelt de akkerbouwer.

'Voor fijnzadige gewassen ligt dat anders. Daarom geven we daarbij de voorkeur aan ondiep ploegen', legt Koetsenruijter uit. 'Op dit perceel komt volgend jaar witlof te staan. Bij zo'n gevoelig gewas kun je geen gewasresten gebruiken.'

Meestverkochte ecoploeg

De Eco-Plus is de meestverkochte ecoploeg van de het Spaanse Ovlac en al tien jaar op de markt. Importeur Koeckhoven past de ploeg aan en maakt deze geschikt voor de omstandigheden in Nederland. De snijbreedte is verstelbaar en bedraagt 31,5 of 35 centimeter.

Koetsenruijter kiest voor die laatste instelling, waardoor het ploegwerk wat grover en opener ligt. De strokenristers zijn van stro-inleggers voorzien om de resten iets onder te werken. Freeshaken zijn achter de risters gemonteerd. Deze dienen als ondergrondwoelers. De ploegdiepte kan variëren van zo'n 5 tot bijna 30 centimeter. Hier wordt zo'n 18 centimeter diep geploegd.