LVVN: mengvoersector loopt voorop in duurzaamheid

Nieuws Melkvee Pieter Stokkermans 03 okt 2025 om 19:29uur

De Nederlandse mengvoederindustrie loopt Europees voorop in het stellen en meten van duurzaamheidsdoelen. De door diervoedersectororganisatie Nevedi opgestelde doelen in het rapport Duurzaam Diervoeder 2030 zijn voor het merendeel haalbaar en zijn grotendeels in lijn met de doelen van het ministerie van LVVN.

LVVN%3A+mengvoersector+loopt+voorop+in+duurzaamheid

Dat blijkt uit een recente ka merbrief over innovaties en vooruitgang in de diervoedersector, verstuurd door Minister Femke Marije Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) aan de Tweede Kamer.

Nevedi presenteerde het plan in mei 2022, wat in juli 2024 resulteerde in de Monitor Duurzaam Diervoeder met Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) per deelsector. De minister liet deze Nevedi-monitordoelen narekenen door Wageningen Social & Economic Research (WSER) om te zien of deze haalbaar zijn. Dit blijkt over het algemeen grotendeels het geval.

De Nevedi-doelstellingen voor 2030 richten zich op vier hoofdindicatoren: klimaat (carbon footprint), biodiversiteit (conversievrije soja en palmolie), circulariteit (rest- en bijproducten), en Europese herkomst.

Voorop in Europa

WSER merkt na de narekening op dat Nevedi binnen Europa voorop loopt in het formuleren van kwantitatieve en meetbare duurzaamheidsdoelen. De ambities van de sector komen grotendeels overeen met die van het ministerie.

Zo willen beiden 100 procent conversie-vrije soja en palmolie en dat pakweg 80 procent van de grondstoffen afkomstig is uit geografisch Europa. Met het verminderen van de hoeveelheid CO2-equivalenten zit Nevedi zelfs met 34 procent reductie scherper dan het ministerie van LVVN, dat op 30 procent reductie zit..

Verschil circulariteit

Op het gebied van circulariteit, het gebruik van rest- en bijproducten en voormalige voedingsmiddelen, vraagt het realiseren van de doelen echter extra inspanningen. Nevedi streeft naar 38 procent in deze categorie tegen 2030, terwijl LVVN een doel van 70 procent hanteert.

Dit verschil wordt verklaard door uiteenlopende definities van reststromen. Het ministerie van LVVN neemt in deze categorie ook grondstoffen mee, die niet geschikt zijn of worden gebruikt voor voedsel. Bij de Nevedi-doelstelling van 38 procent is ook gekeken naar economische verdeling van schaarse middelen en de concurrentie met de energie- en meststoffensectoren. Daarbij wordt die 38 procent als ambitieus beschouwd..

Naast duurzaamheid wil de minister het gebruik van methaanreducerende voeraanpassingen actief stimuleren. Ongeveer 75 tot 80 procent van de methaanuitstoot in de veehouderij is afkomstig van enterisch methaan, dat vrijkomt bij de vertering in de pens van melkvee.

Er zijn al diverse bewezen effectieve innovaties, zoals het toepassen van 3-nitrooxypropanol (Bovaer), nitraat, vetten en rood zeewier. Een pilot van FrieslandCampina, DSM en Agrifirm in 2022 met 158 melkveebedrijven resulteerde in een reductie met Bovaer van circa 10.000 ton CO2-equivalenten zonder negatieve effecten op diergezondheid of melkproductie.

Ondanks de effectiviteit worden deze voeraanpassingen minimaal ingezet omdat de kosten vaak niet, of niet volledig, door de markt worden gefinancierd. De minister wil extra investeren in onderzoek en toepassing van dergelijke maatregelen.

Oranje licht voor rood zeewier

Rood zeewier (Asparagopsis taxiformis), dat de stof bromoform bevat, kan de methaanuitstoot drastisch verminderen. Minister Wiersma heeft het Bureau Risicobeoordeling (BuRO) gevraagd een advies uit te brengen over de gezondheidseffecten voor mens en dier.

Hoewel dit zeewier niet schadelijk is voor de mens, blijkt uit onderzoek dat bromoform binnen enkele weken de pens van de koe of het schaap kan beschadigen. Volgens BuRO is er onvoldoende informatie beschikbaar is om de precieze risico's of een veilige maximale dosering vast te stellen. Ook zijn de langetermijngevolgen van langdurig gebruik van rood zeewier onvoldoende bekend.

BuRO adviseert meer onderzoek en pleit voor een herziening van de diervoederwetgeving, zodat grondstoffen met een actieve stof een volledige veiligheidsbeoordeling ondergaan voordat ze worden gebruikt.

De minister roept daarom bedrijven die dit zeewier produceren en verwerken op om verder onderzoek te doen naar de veiligheid voor het dier. Veehouders die het toepassen, worden aangeraden de gezondheid van hun dieren extra te monitoren. De Minister zal de aanbevelingen van BuRO meenemen in Europese gesprekken.