'Brussel staat renure toe, wel slot op de veestapel'

Niet alleen de huidige landbouwminister Femke Wiersma, maar ook voorgaande kabinetten hebben veel energie gestoken in de lobby. Het was oud-premier Mark Rutte zelf die in februari 2024 de Europese Commissie opriep om renure mogelijk te maken.

Nu is het zover. De verouderde Nitraatrichtlijn – twintig jaar geleden overeengekomen met alle lidstaten, inclusief Nederland – wordt volgend jaar aangepast. Maar zover is het nog niet. Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie moeten nog goedkeuring geven, al lijkt dat een formaliteit. Daarna moet renure geïmplementeerd worden in de Nederlandse wet.

Het lijkt erop dat boeren straks 80 kilo stikstof per hectare, gewonnen uit mest van runderen en varkens, meer op het land mogen brengen, na de extra verwerkingsstap. Deze innovatieve bemestingswijze moet lucht brengen in het mestoverschot en een circulaire landbouweconomie dichterbij brengen.

Een oplossing voor het mestprobleem is het echter nog niet. Het aantal installaties en bedrijven dat renure kan produceren is beperkt.

Waarom is het Nitraatcomité, dat bekendstaat als zeer streng en niet in de laatste plaats voor Nederland, nu wel om? Het antwoord ligt in de economische onzekerheid, strategische concurrentie en veranderende geopolitiek anno 2025. Europa ziet nu eindelijk kansen in deze vorm van gerecyclede mest.

Europa wil af van het met Russisch gas geproduceerde kunstmest. Ze wil een weerbaardere kringloopeconomie en investeren in de eigen maakindustrie, waar ook de land- en tuinbouw onder valt. En dat is op zich al goed nieuws.