Renure moet concurreren met kunstmest

Het groen licht vanuit het Europese Nitraatcomité is een grote stap in de toelating van bewerkte dierlijke mest als vervanger van kunstmest. Het Europees Parlement en de Europese Raad moeten binnen drie maanden stemmen over het voorstel, maar dat lijkt een formaliteit.

Vicevoorzitter Jos Verstraten van de LTO-vakgroep Melkveehouderij is blij en opgelucht. 'Een blokkade voor de verdere ontwikkeling van mestverwerking en innovaties op het gebied van ammoniakreductie is hiermee opgeheven. Er ontstaat een potentieel verdienmodel. Renure is vaak vergeleken met de pulsvisserij, een innovatieve techniek waar uiteindelijk geen groen licht voor kwam. Voor renure is dit er nu wel. En dus kunnen we eindelijk de volgende stap zetten.'

Renure mag alleen onder voorwaarden worden toegepast. Zo bedraagt de bemestingsruimte 80 kilo stikstof uit renure-meststoffen, bovenop de 170 kilo uit dierlijke mest. Ook mag zowel de veestapel als de mestproductie van een lidstaat niet toenemen door de toelating van renure en moet de bewerkte dierlijke mest voor minimaal 90 procent uit minerale stikstof bestaan.

Met de extra bemestingsruimte van 80 kilo kan de sector als geheel volgens Verstraten wel uit de voeten. 'Op bedrijfsniveau was voor sommige bedrijven een ruimere norm geschikter geweest. Maar al met al moeten we deze stap omarmen en nu de volgende zetten. Daarbij hoort – naast een investering in mestverwerking – ook dat we zorgen voor goede afzetmogelijkheden voor renure-producten.'

Daarmee bedoelt Verstraten dat renure moet kunnen concurreren met het relatief goedkope kunstmest. 'Ik vind dat we daarin als sector een verantwoordelijkheid hebben, met alle uitdagingen die er liggen op het gebied van waterkwaliteit, ammoniakuitstoot en problemen op de mestmarkt. Dat betekent dat de markt voor renure-producten mogelijk om sturing vraagt als deze niet zijn werk doet.'

Vicevoorzitter Eric Stiphout van de Producentenorganisatie Varkenshouderij is ook zowel blij als terughoudend voor wat betreft de toelating. 'De goedkeuring moet nog uitgewerkt worden in Nederlandse wetgeving en lokaal moet de vergunningverlening in orde gemaakt worden voordat we echt aan de slag kunnen. Als de productie van renure niet opgeschaald kan worden, hebben we alleen een theoretische erkenning. Dan blijft het in de praktijk lastig toepasbaar.'