'Bollenteelt en biodiversiteit gaan goed samen'

Onlangs was ik op bezoek bij een teler in de kop van Noord-Holland. Hij toonde trots een plek waar vijftig bijenvolken stonden. Allemaal gezonde volken die de winter ook goed overleefden. De imker van wie de volken zijn, had hem gemeld dat deze bijen de beste honing geven die hij verkoopt.

Enkele kilometers verderop teelt een van onze leden bloembollen en verkoopt potten honing. Uitverkocht, maar volgend jaar vast weer verkrijgbaar. Wij geven graag bloembollenhoning aan stakeholders om aan te geven dat biodiversiteit en bloembollen samengaan. Oh ja, en voor degene die nu denkt dat hier allerlei gewasbeschermingsmiddelen inzitten: laboratoriumtesten tonen aan dat deze honing volledig residuvrij is.

Biodiversiteit is er niet alleen in de lucht en rond de bijenvolken, maar ook op het land zelf. Wat minder bekend is, is dat bollenvelden zeer geschikt zijn voor akkervogels. Patrijzen, veldleeuweriken en de gele kwikstaarten komen relatief veel voor tussen de tulpen en hyacinten. Maar ook kieviten en scholeksters houden van bloembollenvelden.

De periode tussen april en juni – waarin deze prachtige vogels hun nesten bouwen en de kuikens vliegvlug worden – is precies de tijd waarop bolbloemen als tulpen, hyacinten en narcissen op het veld groeien. En er dus zo goed als geen verstoring is van het broedgebied.

De Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) werkt met alle ketenpartijen samen aan het behouden en verder verbeteren van de biodiversiteit. In onze ketenaanpak Toekomst Bollenvak 2025-2030 hebben we samen met de ketenpartijen Anthos, CNB en Keukenhof de ambitie om actief bij te dragen aan het verder versterken van de biodiversiteit op en rond de percelen.

We willen betere randvoorwaarden scheppen om de leefomgeving voor insecten, vogels, kleine zoogdieren en bodemleven te vergroten. Daarbij maken we gebruik van de opgedane kennis bij Agrarische Natuur- en Landschapverenigingen en het Living Lab B7 van de Nationale Wetenschapsagenda.

Wat hebben we nodig? Samenwerking. Met alle verschillende kennis en expertise van overheid, wetenschap en onderzoekers kunnen we stappen zetten. Wat niet helpt is dat het debat over gewasbescherming verzandt in polarisatie en zelfs bedreigingen. Constructieve samenwerking en feiten moeten centraal staan. Bedreigingen zijn onacceptabel en leiden af van waar het echt om gaat: samen werken aan oplossingen.

Zo ging het in de berichtgeving rondom een verkennend onderzoek van een medewerker van De Vlinderstichting over gewasbescherming in Natura 2000-gebieden vooral over de bedreiging en tot op heden niet over de inhoud. Ook in de agrarische sector zien we dat een bedreiging en intimidatie zeer veel impact heeft op de betreffende ondernemer en familie. Dat moet dus stoppen.

Met onze samenwerking in de keten en met iedereen die relevante kennis heeft, kunnen we de biodiversiteit op en rond de bollenvelden vergroten. En natuurlijk is het ook aan te raden om bloembollen in je tuin te zetten. Krokussen, blauwe druifjes en sneeuwklokjes komen als eerste op en helpen wilde bijen en hommels na de winterperiode met de eerste stuifmeel en nectar daar waar de vaste planten pas later in de zomer bloeien.

Dus plant die bollen: goed voor de bij en voor jezelf.