Brede steun voor renure, ook vrees voor intensievere veehouderij

Het voorstel om de kunstmestvervangers uit dierlijke mest (renure) toe te staan boven op de standaard gebruiksnorm van 170 kilo stikstofmest per hectare per jaar werd maandag door demissionair landbouwminister Femke Wiersma verdedigd tijdens de landbouwraad in Brussel. Over het voorstel van de Europese Commissie, waarvoor Nederland stevig lobbyde, wordt op 19 september gestemd tijdens een bijeenkomst van het Nitraatcomité.

Uit het debat met collega-EU-ministers blijkt dat er grote steun is voor het voorstel. Onder meer de landbouwministers van Spanje, Italië, Portugal, Luxemburg, Duitsland, Polen, Frankrijk en Roemenië lieten weten grote voordelen te zien.

Zelfvoorzienend Europa

Voorstanders zien in renure een mogelijkheid om minder afhankelijk te worden van Russische kunstmest en het versterken een zelfvoorzienende Europese landbouw. Ook het sluiten van kringlopen en het verlagen van de kosten voor boeren worden daarbij genoemd.

Ondanks dat Frankrijk voorstander is van renure, benoemde landbouwminister Annie Genevard van dat land ook nadelen. Ze wijst onder meer op de mogelijke impact op het milieu en noemt het vraagstuk 'complex'. Daarom wil ze wachten op de herziening van de Nitraatrichtlijn die eind volgend jaar wordt afgerond. Spanje en Italië roepen juist op om het besluitvormingsproces voor het toestaan van renure te versnellen.

Oostenrijk is kritisch op het toestaan van renure. Het land ziet daarin een volgende stap in de scheiding tussen vee en grond. 'Het helpt vooral de grote intensieve bedrijven. Voor het type kleinere bedrijven dat wij in Oostenrijk hebben, betekent dat een nadeel ten opzichte van de concurrentie', zegt de Oostenrijkse landbouwminister Norbert Totschnig.

Verdere intensivering tegengaan

EU-landbouwcommissaris Christophe Hansen hoopt dat twijfelende lidstaten alsnog instemmen met het toestaan van renure. Volgens hem bevat het voorstel maatregelen om verdere intensivering van de Europese veehouderij tegen te gaan.

Voorafgaand aan de EU-landbouwraad zei Wiersma te hopen op een goed resultaat bij de stemming over renure in september. Ze erkende dat een grootschalige productie en toepassing van renure tijd vergt en dat het daarom niet direct voor verlichting op de mestmarkt zal zorgen. Dat is een van de redenen waarom ze vorige week een nieuwe aanvraag voor derogatie heeft ingediend. Als dat wordt toegekend, dan geeft dat boeren in de tussentijd ook verlichting, stelt de bewindsvrouw.