'Steeds kleinere kloof tussen landen'

In de ENA zijn boomkwekersorganisaties uit 21 verschillende Europese landen vertegenwoordigd, namens Nederland zit onze LTO-vakgroep erin en handelsbond Royal Anthos. Twee keer per jaar komt de ENA bij elkaar. Ik was er begin dit jaar voor het eerst bij, op de sierteeltvakbeurs IPM in Duitsland.

Laatst was de zomerconferentie van de ENA in Tsjechië. Daar hoor je dan wat er leeft in de boomkwekerij in andere landen en dus dat zij vaak met dezelfde problematiek kampen als onze sector in Nederland. Ieder boomkwekerijland heeft wel zijn eigen prioriteitenlijstje, omdat het bijvoorbeeld andere afzetbelangen heeft. Maar bij de ENA heerst wel saamhorigheid, een soort familiegevoel. Je vindt elkaar met dezelfde uitdagingen en je vindt elkaar ook om stappen te maken. Dat vind ik echt wel positief.

De zomerconferentie in Tsjechië werd geopend door de Tsjechische minister van Landbouw. Hij had een luisterend oor voor de uitdagingen van de kwekers en hij maakte ook duidelijk: ‘Kom maar over de brug met initiatieven, wij willen jullie helpen om verder te komen’. Het werd me daar ook duidelijk dat Tsjechië, en ook andere landen, een inhaalslag maken met teeltsystemen en het verduurzamen ervan.

Zo zijn veel landen bezig met het verminderen van gewasbescherming. Er wordt bijvoorbeeld veel mechanische onkruidbestrijding toegepast. In sommige landen wordt meer chemievrij of biologisch gekweekt. En men is daar heel bewust bezig met waterwinning, efficiënte omgang met water en ook nutriënten. In Nederland zijn wij daar volop mee bezig, maar vergeet niet dat andere landen een inhaalslag maken. Er wordt ook heel erg naar ons gekeken, het was bij de ENA overduidelijk dat onze Nederlandse sector er toe doet en waar wat te leren valt. Dat maakte me heel trots.

Hoe goed ze in Tsjechië bezig zijn, zagen we na de conferentie tijdens bezoeken aan verschillende boomkwekerijen. Duurzaamheid kwam er bijvoorbeeld tot uiting in veel biologische teelten, of teelten waarin amper chemie wordt gebruikt. En dat vanuit de eigen overtuiging van een beter milieu, maar natuurlijk ook vanuit het Europese gewasbeschermingsbeleid. Een gelijk speelveld is er nog niet in de Europese gewasbescherming, maar de kloof tussen landen wordt wel steeds kleiner.

De conferentie in Tsjechië toonde voor mij duidelijk de waarde aan van de ENA. In de EU is de ENA een officieel erkende vakorganisatie. Daar kunnen we, en daar moeten we, meer gebruik van maken richting Brussel. Dat kan ook samen met Copa-Cogeca waarin LTO is vertegenwoordigd.