'We kunnen tarwe nu nog breder vermarkten'

Jan en Marianne Groeneveld namen het familiebedrijf in 1985 over van Jan's ouders. In die periode was het nog een kleinschalig akkerbouwbedrijf. Om de onderneming levensvatbaar te maken, startte het echtpaar in 1991 met vleeskuikens. In vijftien jaar tijd kwamen er vijf nieuwe stallen bij, waarna Groeneveld een bewaarloods bouwde voor verdere uitbreiding van de akkerbouwtak. In 2014 werden twee graansilo's gebouwd.

In 2023 nam Arnold Groeneveld de onderneming over van zijn vader, die nog dagelijks op het erf werkt. Karin Groeneveld, de vrouw van Arnold, verzorgt de administratie. Verder heeft het familiebedrijf een fulltimer en twee parttime medewerkers in dienst.

'Ik heb van jongs af aan boer willen worden, dus de overname lag al geruime tijd vast', vertelt Arnold Groeneveld. 'De combinatie van akkerbouw, graanhandel en vleeskuikens ligt mij ontzettend goed. De doorontwikkeling naar het ontsluiten van tarwe is een mooie en uitdagende stap die past in de visie van het werken in korte ketens.'

Circulair ondernemen

Jan Groeneveld begon al in 1991 met circulair ondernemen. Hij voerde de kippen zijn eigen tarwe, waarna hij de mest afvoerde op eigen land. Toen Groeneveld met een tekort aan tarwe te maken kreeg, besloot hij boeren uit de regio te benaderen of ze hun tarwe aan hem wilden leveren. 'Het was lastig om de eerste boeren over de streep te trekken. Zij waren het gewend om de tarwe op een traditionele manier af te zetten, naar de collecterende handel.'

Toen de stap eenmaal was gezet, ontdekten beide partijen al snel de voordelen. Arnold Groeneveld: 'De strakke voorwaarden van de collecterende handel kennen wij niet. Zo moet je in de handel ruim van tevoren aangeven wat je met je graan wilt doen. Bij ons hoef je pas na de oogst, als de prijs bekend is, de keuze te maken of je het product wilt verkopen, in een pool wilt leveren of wilt bewaren. Ook rekenen we minder droogkosten en korten we niet zomaar op de prijs.'

Klanten van Groeneveld zijn zeer tevreden over de flexibiliteit van de onderneming, zo merkt de jonge eigenaar. 'We hebben ruime openingstijden en kunnen goed inspelen op pieken. Vrijwel alle tarwe moet namelijk binnen veertien dagen worden geoogst. Bij ons word je ook snel ontvangen; we hebben drie innamepunten van ieder 100 ton per uur.'

Ontsluiten van tarwe

Tot de dag van vandaag groeit de tarwehandel van Groeneveld zienderogen. Inmiddels werken Jan en Arnold Groeneveld samen met vijftig akkerbouwers uit de regio. Maar hun ambities reiken verder. Voor het ontsluiten van tarwe bouwden de ondernemers een extra loods.

De loods werd onlangs geopend tijdens een open dag, waar in totaal vierhonderd bezoekers uitleg kregen over hoe het ontsluiten van tarwe in zijn werk gaat. 'Na het dorsen van de tarwe lossen we deze in onze loods', legt Arnold Groeneveld uit. 'Daar bewaren we het en vervolgens voeren we het aan de kippen of maken we er sodagrain van.'

Sodograin maakt Groeneveld door natronloog en water toe te voegen en te mengen in een voermengwagen. Daarna blijft het product een tijdje rusten en wordt het een aantal keren omgeschept. Vervolgens blijft het product vier dagen liggen om af te koelen. Volgens Jan Groeneveld is het omscheppen cruciaal. 'Doe je dat niet, dan wordt het product veel te hard en koelt het slecht af. Omdat het maken van sodagrain arbeidsintensief is, zie je veel wisseling in kwaliteit bij aanbieders.'

Homogene kwaliteit

De homogene kwaliteit van de tarwe vormt voor Groeneveld het belangrijkste verkoopargument. 'Dit komt allereerst omdat we telen op vruchtbare grond', legt Arnold Groeneveld uit. 'Alle tarwe die we leveren, is geteeld in het Land van Heusden en Altena.

Bij de reguliere handel weet je vaak niet waar de tarwe vandaan komt. Die kan met de vrachtwagen uit Duitsland, Polen en Frankrijk komen, of uit Groningen. Op dit soort wisselende kwaliteit tarwe reageren kippen en koeien anders.'

Het aantal pluimveehouders in de regio is dermate beperkt dat Groeneveld zijn afzetmarkt wil verbreden. Jan Groeneveld: 'Door de sodagrain direct aan de eindgebruiker te leveren, slaan we verschillende schakels in de keten over.'
Arnold Groeneveld ziet veel mogelijkheden voor ontsloten tarwe in de melkveehouderij.

Volgens hem gaat het eiwitgehalte van de melk met het voeren van sodagrain omhoog. 'En dat geldt ook voor het aantal liters melk dat de koe geeft. Bovendien daalt het ureumgehalte in de melk. Dit betekent dat je ook minder mest hoeft af te voeren en meer op je eigen land kunt aanwenden. Dat scheelt de boer al snel duizenden euro's per jaar.'