'Mest is geen afval, maar rijkdom'

Het was toen pa een stuk of tien stieren hield in het najaar en de winter, ons enige vee als akkerbouwer eind jaren zestig, dat ik me als peuter bewust werd van mijn eigen bestaan en de wereld om me heen. Een van de eerste dingen die ik onthouden heb, is dat ik op de rug van een makke aangebonden stier zat.

%27Mest+is+geen+afval%2C+maar+rijkdom%27
© Dirk Hol

Naast dat beetje stalmest was het voor de rest kunstmest dat op de akker kwam. Woorden als kali, tripelsuper, chili en kalkammon vielen, zonder dat ik wist wat ze betekenden. Rond 1970 was de hoogtijd van kunstmest. Drie oogsten bladspinazie voor de conservenfabriek per jaar met elke keer 1.000 kilo KAS erop.

Hoe anders was dat een paar decennia eerder nog, toen landbouw een gemengd bedrijf was met allerlei soorten vee, akkers, boomgaarden, knotwilgen. Vandaag de dag is het anders, met weer meer dierlijke mest en compost.

Er is een rangorde in de landbouw. De rijkdom van een boer zag je aan de mestvaalt om de akker te verrijken. Vee stond ten dienste van de akker. Er moet een plant groeien om mens en dier te voeden, zodat wij weer kunnen poepen om de plant te voeden die er met zonlicht en water het gewas laat groeien. Mest is de meest hoogwaardige grondstof voor de beschaving.

De rijkdom van een boer zag je aan de mestvaalt om de akker te verrijken

Piet Hermus, akkerbouwer in Zevenbergschen Hoek

Vee staat ten dienste van de akker, niet andersom. Tenzij je in gouden koeien denkt, de geldgod aanbidt, de mammon, als je er te veel wilt hebben. Vee als ding in plaats van een levend wezen, Schepsel Gods. Ooit graasde het vee ergens en verzamelde men de poep om de akker te verrijken. De akkers werden rijk en de natuur werd arm. Dat heet centripetale concentratie, ook beschreven in de les van de es(gronden). Landbouw begint bij de bodem en bij planten. Landbouwbeleid zou daar moeten beginnen, voedselbeleid dus ook.

Wetenschappers konden het dieet van de eerste oerinwoners achterhalen, voornamelijk bonen, linzen en gerst. Zo'n 10 procent van het geconsumeerde voedsel was vlees. Nu is dat ruim 60 procent dierlijk eiwit. Voor de oorlog was dat 35 procent. Moet het zo veel? Of is ook dat een vorm van verspilling? Te veel is luxe en decadentie, welke we ons met steeds meer mensen steeds minder kunnen permitteren.

Bouw stallen, aantal en soort, die de gewenste mest opleveren. En voer vee zoveel mogelijk met reststromen en gras uit een aantrekkelijk cultuurlandschap. Je dimensioneert de veestapel op de beschikbaarheid van voer en de behoefte aan mest. Melk, vlees en eieren zijn dan mooie bijproducten.

Als je dat doet met technologische, ecologische en sociale innovaties, dan hebben we nog mooie jaren van Nederlandse landbouw voor de boeg.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Dinsdag
    18° / 10°
    20 %
  • Woensdag
    17° / 9°
    20 %
  • Donderdag
    18° / 6°
    10 %
Meer weer