LTO Noord Utrecht: landbouwareaal verdient ook bescherming

Van Wijk licht de zienswijze toe die de organisatie onlangs heeft ingediend op het 'Ontwerp 1e wijziging Omgevingsverordening'. Volgens hem is het beleidsstuk in grote lijnen best in orde, maar moeten nog wel enkele belangrijke plooien worden gladgestreken.

Zo drong LTO Noord er al eerder op aan om een paragraaf te schrappen over het verbod op het begreppelen van weilanden in het veenweidegebied. 'Het feit dat dit niet is gebeurd, geeft ons niet veel vertrouwen in de noodzaak die de provincie voelt om onze sector tegemoet te komen. Greppels horen in het veenweidegebied en zijn cruciaal voor een goede afwatering in natte perioden', zegt Van Wijk.

Het stoort de landbouwbestuurder dat in de omgevingsverordening expliciet is opgenomen dat verlies van natuurgrond elders minimaal moet worden gecompenseerd. 'Zo'n bescherming verdient ons areaal ook, maar daar wordt niet over gerept.'

Extra ruimte nodig voor extensivering

In het landelijk gebied liggen grote opgaven die bijna allemaal ten koste gaan van ruimte voor de landbouw, constateert Van Wijk. 'Daar wordt qua areaal nu dus niets tegenover gezet.' Dat laatste staat ook haaks op de wens van de provincie Utrecht om de landbouw te extensiveren. 'Om die ambities waar te maken, heeft de land- en tuinbouw juist extra ruimte nodig.'

Een andere ruimtelijke claim die vaak ten koste gaat van de landbouw, betreft de zonneparken. Utrecht zet daar vol op in. 'Ook daarbij is geen sprake van een eerlijk speelveld', vindt Van Wijk. 'Door gebrek aan netcapaciteit moeten agrarisch ondernemers volgens de verordening bewijzen dat ze energie opwekken voor eigen gebruik, als ze zonnepanelen op daken leggen en een windturbine bij het bedrijf plaatsen. Voor commerciële partijen die een zonnepark willen aanleggen gelden die regels niet. Dat is krom.'

Een voorbeeld is een beoogd zonnepark in de polder Barwoutswaarder bij Woerden. Beleidsadviseur Wouter van Gurp van LTO Noord: 'Er zit hier nog één agrarisch ondernemer. De belangrijkste boodschap in onze reactie is dat agrariërs niet meer kunnen opboksen tegen de prijzen die zulke commerciële initiatieven voor de gronden betalen. Dit heeft nu en op termijn grote gevolgen voor het perspectief van deze boerderijen.'