Minder pootgoed in klasse verlaagd dan afgelopen twee jaar

De keuringsdienst schrijft dat de eerste veldkeuring zo goed als afgerond is en dat een deel van de percelen al een tweede keuring heeft gehad. Het verlagingspercentage was tot week 28 het hoogst in Zuid-Nederland. Daar is 6,5 procent van de pootgoedpercelen in klasse verlaagd. Dat is wel minder dan de afgelopen twee jaar. Toen ging het om 10,3 procent (2022) en 7,9 procent (2021). Op de kleigronden in Noord-Nederland zijn de minste velden in klasse verlaagd (3,8 procent).

Tot nu toe heeft de helft van de klasseverlagingen te maken met bacterieziek, blijkt uit de cijfers van NAK. Vorig jaar kwam dat percentage uit op 72 procent. Zo'n 21 procent van de verlagingen is een gevolg van het mozaïekvirus. Bladrol heeft een aandeel van 1 procent. Overige factoren, zoals raszuiverheid en stand, zijn verantwoordelijk voor 28 procent van de klasseverlagingen.

Behalve een lager verlagingspercentage blijft ook het aandeel afgekeurde percelen achter op voorgaande twee jaren. Tot nu toe is 0,6 procent van de percelen door de keuringsdienst afgekeurd. Dat was in 2022 0,7 procent en in 2021 0,8 procent. Op de zandgronden in Noord-Nederland is het percentage afkeur met 1,7 procent het grootst. Dat is duidelijk meer dan vorig jaar (0,7 procent), maar minder dan in 2021 (2,4 procent).